Johannes 15, 9-17 Handelingen 10, 25-48

‘Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden,’ zegt Jezus. – Vandaag vieren we de vrijheid waarvoor zovelen hun leven hebben gegeven.

Gelukkig hoeven wij ons leven niet te geven, maar het vraagt wel wat, die vrijheid. En het vraagt heel wat om onvoorwaardelijk te gaan voor het goede, voor dat mensen opstaan. In ons evangelie gaat het erom dat het goede, dat de opstanding hoe dan ook overwint. Het goede, de liefde, het omzien naar elkaar, vrede, gerechtigheid, vrijheid, dat mensen telkens weer kunnen opstaan – in de kerk noemen we dat het koninkrijk van God – dat het goede, dat het leven overwint. En als het moet dan geef je daarvoor je leven, ook al ben je God zelf.

De afgelopen tijd werd in ons land veel gediscussieerd over wie nou wel of niet herdacht moeten worden bij de dodenherdenking. Het begint bij het herdenken van de 6 miljoen mensen die in de concentratiekampen vermoord werden omdat zij joods waren. Maar kunnen Israëliërs vandaag de dag zomaar het slachtofferschap claimen, terwijl hun staat zelf Palestijnen aan het uitmoorden is? Stel dat we zeggen: we herdenken iedereen die zijn of haar leven heeft gegeven voor de vrijheid, zou je dan niet Palestijnen én Israëliërs tegelijk moeten herdenken?

– Tussen haakjes: misschien ligt hier wel een sleutel voor een mogelijke oplossing. Is er wellicht een weg te vinden zodat beide partijen in vrijheid kunnen leven? –

Maar de vraag naar wíe we nou wel herdenken en wie niet heeft eigenlijk een veel belangrijker vraag verdrongen, namelijk: hoe moeten we überhaupt onze vrijheid vieren wanneer in ons land dezelfde rechtse krachten opgeld doen waartegen degenen die we nu herdenken juist gevochten hebben. Zij hebben hun leven gegeven om ons te bevrijden van een regime waarin Joden, LHBTI’ers, gehandicapten en allen die geen blonde haren en blauwe ogen hadden afgevoerd werden. Hoe moeten we hen herdenken, hoe moeten we onze vrijheid vieren terwijl opnieuw joden bedreigd worden en terwijl er een kabinet in de maak is wat op zijn beurt mensen wil afvoeren.

Als we allen herdenken die hun leven hebben gegeven voor de vrijheid, hoe wrang is het dan om te zien dat de houdbaarheid van hun offer na slechts 80 jaar alweer verlopen is. Geeft de vrijheid waarvoor zij hun leven hebben gegeven ons nu ook de vrijheid om deze vrijheid juist weer af te breken?

‘Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden,’ zegt Jezus in ons evangelie. En daarmee duidt hij zijn dood aan het kruis. Ook al ben je God zelf, dan nog ontslaat je dat niet ervan om je hele leven in de weegschaal te leggen zodat wij kunnen opstaan in vrede en vrijheid.

Hij geeft zijn leven zodat wij in alle omstandigheden voorrang geven aan de opstanding. In de kerk herdenken we Jezus dus niet omdat hij op een vrome en magische manier uit de dood is opgestaan, nee wij herdenken hem omdat we onze wereld niet willen overlaten aan de verplatting van de commercie. Wij herdenken hem omdat we onze wereld niet willen overlaten aan krachten waarvan we al 80 jaar geleden gezegd hebben: dit nooit meer. We herdenken hem omdat wij net als hij met ons hele hebben en houden ervoor willen gaan dat alle mensen kunnen opstaan.

Daarom zijn we geloof ik kerk. Als je zegt ‘ik geloof’, dan zeg je niet ‘ik geloof het wel.’ We hoeven gelukkig niet ons leven te geven, ook al had dat afgelopen jaar voor onze gemeenschap niet veel gescheeld. Maar we gaan dapper voort: We komen hier elke zondag bij elkaar om tegenwicht te geven aan de krachten die geen vrijheid en geen opstanding brengen. We hebben een mooie roze viering gehouden omdat regenboog-mensen niet afgevoerd mogen worden, maar omdat zij moeten stralen in alle kleuren. Komende oktober houden we samen met het Oecumenisch Citypastoraat een grote coming-out-viering in de Stevenskerk. We hebben een Oosterhuis-lieddag gehouden, die gedragen werd door ons koor, en waar de hele kerk afgeladen vol zat met mensen uit het hele land, die bij Stadsklooster Mariken opnieuw een beetje opstonden en geïnspireerd raakten. We hebben plannen om bij de vierdaagse met een ‘klooster op wielen’ langs de weg te staan, omdat bijna elke loper wel de route aflegt met een hoger en overstijgend doel in het hart.

We hoeven ons leven niet te geven, maar op al die manieren gaan we wel degelijk voor de opstanding. Ik wou dat we dat zelf ook wat meer zouden zien, en dat we ophouden met te min over onszelf te denken. Je zou maar je leven gegeven hebben zodat mensen kunnen opstaan, en dan gaat een kerkgemeenschap zichzelf de put inpraten. Je zou maar je leven gegeven hebben voor de vrijheid en dan gebruiken de volgende generaties diezelfde vrijheid om opnieuw muren op te trekken.

Vandaag vieren we de vrijheid. Gisteren hebben we allen herdacht die voor die vrijheid hun leven gegeven hebben. We herdenken dat hij zijn leven gegeven heeft. En vandaag vieren we dat we mogen opstaan. Gelukkig hoeven wij ons leven niet te geven, maar laten we blijven opstaan.

Ekkehard Muth, 5 mei 2024