Augustinusfeest 2022
Woord van welkom
Fijn dat we hier bij elkaar zijn. De bewoners van Sancta Maria en de bijna-bewoners van Stadsklooster Marieken. Betrokkenen, vrienden, sympathisanten, mensen die hier werken. Allemaal mensen die zo langzamerhand door Sancta Maria gegrepen worden.
Zo is het namelijk: wie eenmaal met Sancta Maria in contact is gekomen die wordt op een wonderbaarlijke manier aangetrokken. Dat hebben blijkbaar ook de zusters gevoeld die tot 1981 hier woonden. En ze hebben dat verbeeld in het mozaïek hier voorin van het brandend braambos. Dat is een bekend verhaal uit de bijbel, wat we straks ook zullen horen. Het is door veel kunstschilders geschilderd, bijvoorbeeld door Marc Chagall op de voorkant van je liturgieboekje.
Mozes, die de schapen van zijn schoonvader hoedde werd aangetrokken door een struik die in lichterlaaie stond te branden en die toch door het vuur niet verteerd werd. ‘Doe je schoenen uit, want de grond waarop je staat is heilige grond’, kreeg hij uit het vuur te horen. En hij trok zijn schoenen uit, in eerst instantie uit eerbied, maar vooral omdat hij thuisgekomen was, thuis bij zijn bestemming.
De zusters hadden dat haarscherp voor ogen. Dat Sancta Maria een plek wordt waar we onze schoenen uittrekken, eenmaal omdat we ons hier gewoon lekker thuis voelen, maar ook omdat we hier thuiskomen op, zeg maar, onze eigen heilige grond.
Van de aartsvader Mozes maak ik nu een sprongetje naar de kerkvader Augustinus. Het Stadsklooster is ontstaan rondom de augustijnen in de Boskapel in Nijmegen. Augustinus is daarom onze inspirator, en we zijn elke keer weer opnieuw verbluft hoe modern die oude kerkvader toch is. Vandaag is het de feestdag van Augustinus, hij stierf op 28 augustus 430. Voor ons altijd de reden om ons jaarlijks augustinusfeest te vieren.
En omdat Augustinus altijd roept: ‘trek steeds verder’, zijn we blij dat we vandaag naar Sancta Maria konden trekken. Als kerkgemeenschap moet je namelijk niet in je eigen gezellige en kneuterige kringetje blijven zitten, maar je moet altijd verder trekken. Je moet mensen ontmoeten, gelovige, niet-gelovige, andersgelovige, die jou van je vastgeroeste denkbeelden afhelpen. En dan moet je samen verder trekken om de heilige grond te verkennen, om het vuur brandende te houden, en om ooit uiteindelijk samen thuis te komen.
Vanochtend zien we Sancta Maria, en deze kapel en ons samenzijn hier – net als die struik – in vuur en vlam staan. Mogen we thuiskomen en onze schoenen uittrekken, en mogen we het vuur brandend houden.
In de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen
Exodus 3, 1-10 Preek 337,5
De jonge Mozes, pas getrouwd, woont nog in bij zijn schoonouders en hoedt hun schapen. Opeens wordt hij aangetrokken door een braamstruik die in lichterlaaie staat en die toch niet door het vuur verteerd wordt. Geen haar op zijn hoofd die eraan denkt dat hij ooit een aartsvader zou worden. Dat zijn leven model zou staan voor alle mensen die hun schoenen durven uit te trekken voor waar het ten diepste om gaat. Die zich laten roepen en die zich dan door geen farao en door geen woestijn laten weerhouden, om ervoor te gaan dat we met z’n allen in vrijheid kunnen leven in een wereld van melk en honing.
Dat land van melk en honing had ook zuster Martialis voor ogen. En Sancta Maria moest de plek blijven waar we dit land met z’n allen telkens weer uitproberen. Daarom schreef zij op 5 augustus 1981: ‘Dat in Sancta Maria mag blijven de geest van liefde en vriendschap, van warme aandacht en tedere zorg. ’n Geest die heelt en beschermt, die gemeenschap sticht, waarbij iedereen zich zelf kan zijn.’
Door dat vuur wat in Sancta Maria brandde werd ook telkens weer het jongetje van de Water aangetrokken. Niet alleen omdat je op dat areaal aan de overkant met die geheimzinnige nonnetjes heerlijk kon spelen. Maar omdat je je altijd welkom voelde, dat er altijd een goed woord voor je was en een appeltje uit de tuin. Dat je je schoenen wilde uittrekken omdat je je thuis voelde. En dat je je schoenen wilde uittrekken omdat je voelde dat je op heilige grond stond. Heilige grond waar een geest waait van liefde en vriendschap, van warme aandacht en tedere zorg, die heelt en beschermt, die gemeenschap sticht en waar je kan worden wie je ten diepste bent.
Wat zuster Martialis ter herinnering op haar kaartje schreef, dat lijkt wel een vertaling van wat Augustinus vele eeuwen eerder in dure woorden in zijn preek schetste. Neem de vermaningen van de leerlingen en de profeten als fundament, leg uw nederigheid als een gladde vloer eroverheen. Gebeden en woorden als stevige muren, goddelijke uitspraken als lampen. Wees voor de zwakken als zuilen, en wees voor de armen een beschermend dak.
Net als Mozes moest ook Augustinus er niet aan denken om ooit kerkvader te worden. Het liefst was hij een onbeduidende vrome monnik geworden in een klooster ver weg van alle belangstelling. Maar de mensen sleurden hem letterlijk vanuit de achterste rij naar voren en maakten hem tot bisschop. – ‘Trek je schonen uit, aanvaard nou eindelijk je roeping, en help ons en alle mensen tot op de dag van vandaag om van deze wereld een land van melk en honing te maken!’
En dat hebben we geweten. Ons Stadsklooster komt voort uit de gemeenschap rondom de augustijnen in Nijmegen. En dan lijkt Augustinus in zijn preek weliswaar zo’n knusse en van vroomheid doordrenkte kerk te schetsen, maar als je zo’n kerk wilt zijn, als je gestalte wilt geven aan wat zuster Martialis ons meegegeven heeft, dan moet je vooral luisteren naar wat Augustinus nog veel harder roept, namelijk: ‘trek steeds verder’, ‘zodra je zegt, het is genoeg, ga je ten onder’. Vind je het genoeg fundament, genoeg nederigheid, genoeg gebeden, genoeg steun voor de zwakken, genoeg dak voor de armen? ‘Zodra je zegt, het is genoeg, ga je ten onder’, we zien het dagelijks in Ter Apel. Nee, ‘trek steeds verder.’
Net als de stem uit het vuur die Mozes naar de farao stuurt, stuurt Augustinus ons telkens weer op pad. Wentel je niet zelfgenoegzaam en gezapig in je knusse kerkgemeenschap, maar ga op weg, tegen de grote farao’s in en als het moet door de woestijn. Maar ga op weg om van de wereld een land van melk en honing te maken. Een land waar je je schoenen uittrekt omdat je thuiskomt. Een land waar je je schoenen uittrekt omdat het heilige grond is geworden.
Is dat land een uitsluitend christelijk land? Is dat kerkgebouw wat Augustinus in zijn preek schetst een uitsluitend christelijke kerk? Is onze kapel hier uitsluitend een christelijke kapel? Nee, het is meer dan dat, het is heilige grond. Heilige grond van liefde en vriendschap, van warme aandacht en tedere zorg, die heelt en beschermt, die gemeenschap sticht en waar je kan worden wie je ten diepste bent.
Elke godsdienst heeft er zijn eigen woorden en beelden voor gevonden; christelijke, joodse, islamitische, buddhistische, hindoeïstische beelden, noem maar op. En iedereen die buiten de georganiseerde stromingen zijn of haar of diens spiritualiteit beleeft heeft er weer eigen woorden en beelden voor. Hoe je het ook invult, maar laten we hier samen onze schoenen uittrekken. Laten we hier samen thuiskomen voor een kopje koffie. En laten we hier samen thuiskomen op onze heilige grond.
Mozes werd aangetrokken door het vuur in de braamstruik. En het vuur brandt nog steeds. Door het vuur wat in Sancta Maria brandt worden wij aangetrokken, ieder op zijn eigen manier. Dat we hier steeds weer heilige grond mogen vinden met een geest van liefde en vriendschap, van warme aandacht en tedere zorg, ’n geest die heelt en beschermt, die gemeenschap sticht en waar je kan worden wie je ten diepste bent.
Laten we daarvoor samen onze schoenen uittrekken.
Ekkehard Muth, 28 augustus 2022