Ik, corona? Nee joh, laten we daar maar niet vanuit gaan!

Janique Scharenborg

Janique Scharenborg studeert Master Onderwijs & Innovatie, Vrije Universiteit Amsterdam;
Werkt als onderwijsinnovator bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen;
En is actief betrokken bij de Innovatieagenda Ieder Talent Telt

De nacht van 11 op 12 maart sliep ik slecht vanwege koorts, spier-, hoofd- en keelpijn en soms een longsteekje. Dit was een paar dagen na de eerste persconferentie over het verzoek om geen handen meer te schudden. En toch dacht ik: ik, corona? Nee joh, laten we daar maar niet vanuit gaan. Ik hoestte niet, had nergens last van met ademhalen en die longsteekjes vond ik discutabel: dat kon ook toeval zijn, toch? Vast een klein griepje. En trouwens, na twee dagen voelde ik me wel wat beter. Dus schreef ik een coronalied (zie linkje onderaan).

Een weekje later, donderdag 19 maart, was ik ineens erg snel uitgeput en kreeg ik last met ademhalen. Hmm, zou het dan toch?.. Momenten van zuurstofvermindering, ja die momenten vond ik eng. Maar ik wist ook: in paniek raken is geen optie want dan ga ik écht hyperventileren en dan wordt het ingewikkeld. Dus vertrouwen op mijn lichaam en blijven focussen op het ademhalen en dan ging het ook wel weer beter. Twee weken van verwondering over wat er met mijn lichaam gebeurde volgden, liggend op de bank. Gelukkig had ik een lieve vriendin die boodschapjes voor me deed. Telkens werd ik er emotioneel onder dat ze zo voor me klaar stond, lief. En ook andere vrienden vroegen me veel he het met me ging. Dat deed me zó goed.

Daarna begon het herstelproces. Twee weekjes, en dan kan ik er wel weer vol tegenaan, dacht ik. Ha.. ha.. Dat bleek te optimistisch. Vooral de eerste twee maanden (tot eind mei) was het herstellen zwaar: de huishoudelijke taken vormden de grootste uitdaging van de week. Ik was me bewust van elke handeling die ik maakte, na elke activiteit zoals de was opvouwen of douchen plande ik tien minuten rust in en zingen was ineens een stuk minder leuk door verminderde ademkracht. Dingen waar ik normaal gesproken niet over nádenk. Zittend op een stoel hield ik veel activiteiten wat langer vol. Mijn werkzaamheden heb ik geprioriteerd vanwege beperkte concentratie, maar die gingen redelijk goed omdat het niet fysiek is: heel fijn want daar krijg ik ook energie van.

Inmiddels zijn we vijf maanden verder en voor mijn gevoel ging het sinds juni met stappen vooruit. Mede dankzij hulp van de ‘coronafysio’ werk(te) ik aan het opbouwen van mijn conditie en ademkracht middels een apparaatje. Ik heb opnieuw grenzen moeten leren kennen en ben daar nog steeds mee bezig. Soms confronterend, bijvoorbeeld als ik na vijf minuten wandelen buiten zat bij te komen op een bankje en ik een aantal 80+’ers vrolijk voorbij zag lopen: jullie houden het langer vol dan ik! Maar het is ook oké. Ik zie het als dat ik een inkijkje heb mogen nemen in hoe het is om zo’n lang herstelproces te ervaren. En te merken wat ik nodig had en ook juist niet. Ik heb weer even ervaren hoe fijn het kan zijn om bewust meer tijd met mezelf door te brengen. Lekker mandala’s inkleuren, genieten van de zon, films kijken.. Ook heb ik me soms eenzaam gevoeld tijdens het herstelproces. Sinds een tijdje ben ik weer begonnen met sporten en zie ik gelukkig weer meer mensen in het echt, dat is fijn. Ik heb er vertrouwen in dat ik weer helemaal herstel!

*Coronalied dat ik heb geschreven in maart: 

P.S. Waar mogelijk heb ik online mee kunnen doen met sociale initiatieven die ontstonden naar aanleiding van de coronapandemie. De innovatieagenda Ieder Talent Telt biedt een mooi platform voor dit soort initiatieven, daar vertel ik jullie ook snel meer over!