Radicaal, die uitspraken van Jezus tot mensen die Hem willen volgen. Ze roepen wrevel op omdat ze ingaan tegen ons gevoel. Een gevoel dat ook in de Schrift heilig is: de plicht namelijk om doden te begraven en ouders te eren.
Jezus kan dus niet bedoeld hebben dat doden geen begrafenis meer waard zijn, of dat je geen afscheid zou mogen nemen van huisgenoten. Jezus gebruikt beeldspraak, en beeldspraak is niet bedoeld om letterlijk uit te voeren. Dat zou tot vreemde praktijken leiden, zoals je die wel ziet bij fundamentalisten; joden, christenen en moslims die beeldspraak wel letterlijk nemen, want, zo zeggen ze, anders blijft er van je geloof niet veel méér over dan een slap aftreksel.
Laten we dat verwijt van de fundamentalist eens zien als eens uitdaging aan ons: wat blijft er over van die radicale uitspraken van Jezus als we ze niet letterlijk uitvoeren?
Op zijn weg naar Jeruzalem stuit hij op weerstanden. Hij is bijv. niet welkom in een Samaritaans dorp waar Hij wilde overnachten. De etnische en religieuze verschillen tussen Samaritanen en Joden liggen daaraan ten grondslag. De leerlingen willen deze weerstand met geweld te lijf gaan. Maar deze radicaliteit wijst Jezus met klem van de hand. Bij hem: geen Heilige Oorlog, geen kruistocht, geen banvloek tegen mensen die niet met zijn beweging willen meedoen.
Okay! Maar Jezus stuit op zijn weg naar Jeruzalem ook op weerstanden van binnenuit. Vanwege zijn vrijmoedig optreden tegen het wettig gezag staat er een prijs op zijn hoofd. En omdat dit gezag in Jeruzalem zetelt, is dat geen aanlokkelijk reisdoel en proberen zijn leerlingen Hem tegen te houden.
Maar als je eenmaal ziet, wat je levensdoel is, dan ga je ervoor, vastberaden! Jezus heeft namelijk een visioen van vrede: deze wereld anders….. Koninkrijk van God.
In dat rijk gaat het om een maatschappij waarin niet allerlei zelfzachtige machten en krachten koning zijn en de dienst uitmaken, maar Gods geboden. In ons en tussen ons leeft een Geheim, de stem van ons geweten, die zegt dat ieder mens tot haar of zijn recht dient te komen.
Wil dat visioen van deze wereld anders, een beetje werkelijkheid worden, dan vraagt dat ingrijpende keuzes. Tégen de behoefte van steeds meer voor mezelf, en vóór de inzet van je totale persoon om mee te bouwen aan het rijk van God, waarin de laatsten de eersten zijn.
De shockerende beeldspraak die Jezus gebruikt wil degenen die zéggen Hem te volgen, confronteren met de vraag waardoor zij zich laten bepalen: door wat toevallig op je pad komt, door dingen die je voor een ogenblik bevredigen, door wat mensen van je vinden? Met andere woorden: als er zich weerstanden voordoen op je weg met Jezus Christus val je dan terug in het oude, in oud gedrag?
Hoe vastberaden is jouw ‘Ja’ tegen Hem?
Moeilijke vragen, maar om ons doel te bereiken geeft Jezus ons als het ware een stappenplan mee, en ik kom daarop n.a.v. het beeld van de ploeger. ‘Wie aan het ploegen slaat en daarbij steeds achterom kijkt, is niet geschikt voor het Koninkrijk van God’. Als je dus wilt meebouwen aan het Rijk van God, zegt het beeld, vraagt dat net zo’n concentratie van jou als die van een ploeger wordt gevraagd. Als een ploeger teveel achterom kijkt, ziet hij niet wat er vlak voor zijn voeten te doen is. Bovendien struikelt hij dan over zijn eigen voeten. Want het spoor dat je zojuist getrokken hebt is zó smal, dat je de ene voet voor de andere moet zetten.
Als je achterom kijkt, zo zegt ook Augustinus in zijn preek, loop je het gevaar om in het verleden te blijven steken, en dat is onvruchtbaar. Zoals het nostalgisch koesteren van de tijd dat het kerkelijk leven groeide en bloeide. Dat die tijd steeds meer wegraakt, voelt als een verlies. Maar gaat het nu om de grootte van de Kerk, de kwantiteit, of om de kwaliteit en vitaliteit van de mensen die er nú zijn?
Als wij iets van Gods koninkrijk willen realiseren wordt van ons de houding van een goede ploeger gevraagd: stap voor stap doen wat er vóór onze ogen gedaan moet worden.
Als we naar de samenleving kijken zien we veel behoeften; zie je bijv. mensen op jonge leeftijd al burn-out raken en met vragen zitten als: wat wordt er van me gevraagd, wat is mijn betekenis en hoe ga ik om met mijn eigen tekorten? Typisch vragen uit de christelijke traditie.
Maar deze jongeren komen echt niet meer naar onze vieringen toe.
Als ik de plannen van het Stadsklooster goed begrepen heb, kunnen wij wél naar hen toegaan via het project Sancta Maria. ‘Groot is de wereld en lang duurt de tijd, maar klein zijn de voeten die gaan waar geen wegen gaan, overal heen!’
Het gaat in onze tijd dus niet meer om de grootte van de stappen, maar om de inzet en de toewijding waarmee ze gezet worden. We hebben pioniers nodig met een missionair elan, die doorgaan en onderzoeken wáár we van betekenis kunnen zijn.
Joost Koopmans osa, 26 juni 2022