Handelingen 2, 1-11 Johannes 14, 15-16; 23-26
Twee weken geleden ontving ik na de viering een mailtje van Ankh Maas. Ze viert altijd online met ons mee, en vandaag waarschijnlijk ook. Toen had ik in een bijzinnetje Oosterhuis geciteerd die zegt: ‘de heilige Geest dat is God in mensen.’ En toen schreef Ankh het volgende mailtje:
Dag Ekkehard, Mag ik even? Wat zit een mens toch vreemd in elkaar. Zo dikwijls heb ik gedacht: “Waar kan ik de Geest plaatsen.” Dan hoor je: “de Geest is God in de mens.” En dan durf je te denken: “Eigenlijk wist ik dat al maar heb het toch niet zelf ontdekt.” Kan het nog ingewikkelder? Veel groeten. Ankh
Wie Ankh kent weet, dat is Ankh ten voeten uit. En Ankh, als je ons hoort en ziet, eigenlijk kan ik nu stoppen, want hier heb ik niets meer aan toe te voegen.
Eigenlijk wist ik dat al, maar heb het toch niet zelf ontdekt. Een beetje Boskapeller/Stadskloosterling hoort hierin ook Augustinus: ‘Ik zocht u buiten, maar u zat in mij’. U zat in mij, maar het duurde wel even voordat ik het zag. En net zongen we nog: ‘Ander, ouder, iemand in ons verborgen’ en verder: ‘plotseling oplaaiend vuur.’ ‘Jij, nog naamloze, ademt ons open en wekt in ons weerbarstig geheugen wat wij zagen moet onze vroegste ogen.’
Zo verging het ook de mensen in onze lezing: ‘Hoe kan het dat wij hen allemaal in onze eigen taal horen?’ We komen uit alle windstreken, ‘Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, Joden en Proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden. Wat heeft dit toch te betekenen?’ Hoe kan dat toch?
Het is alsof ‘opeens het vuur oplaait’, alsof er opeens in je hart opeens een deur openspringt en uit je weerbarstig geheugen komt tevoorschijn wat je al zag met je vroegste ogen. Of zoals Ankh het formuleert: ‘Eigenlijk wist ik dat al maar heb het toch niet zelf ontdekt.’
Opeens vind je je eigen taal, je komt thuis bij wie je ten diepste bent. Hildegard von Bingen roept: ‘Mens, word wie je bent.’ En Augustinus zegt daarover: ‘Keert terug naar je hart en zie daarin de Schepper ervan.’ En dan spreken we misschien allemaal vreemde talen, maar we verstaan elkaar omdat we naar dezelfde kern teruggekeerd zijn.
Het is als verliefd worden. Hoe kan het toch dat je juist die ene tegen het lijf loopt? Hoe kan het dat jullie niet van elkaar af willen ook al blijf je je maar ergeren aan zijn of haar onhebbelijkheden? Je valt op die ene, en aan elkaar word je wie je ten diepste bent. Steeds meer ga je je eigen taal gaat spreken.
Of hoe vaak heb je in je leven een afslag genomen waarvan je niet eens kunt zeggen waarom je dat gedaan hebt. Ergens zat er misschien een beeld in je weerbarstig geheugen, of ergens laaide het vuurtje in je hart op. Je verstand zou het nooit gedaan hebben, maar je bent toch maar gegaan. En opeens is het alsof je je eigen taal spreekt en alsof je je eigen taal hoort. En verwonderd stel je vast: ‘Eigenlijk wist ik dat al maar heb het toch niet zelf ontdekt.’
Straks gaan we een kijkje nemen in Sancta Maria. Joop zei afgelopen zondag dat het hier 300 meter vandaan is, nou het is toch anderhalve kilometer, maar we zorgen er straks voor dat iedereen vervoer krijgt. In Sancta Maria komen allemaal mensen te wonen die stukje bij beetje hun eigen taal leren spreken. Die geholpen worden en die anderen helpen om steeds meer te worden wie je bent. ‘Ik zocht u buiten,’ zegt Augustinus, ‘maar u was in mij.’ En als Stadsklooster willen we erbij zijn wanneer over en weer elkaar helpen te ontdekken dat het weerbarstig geheugen opengaat.
Sancta Maria wordt namelijk net zo’n bont gezelschap als toen in Jeruzalem. Maar God spreekt meer talen dan alleen de woorden die wijzelf gewend zijn. En wie weet zullen we net zo verbaasd zijn als de mensen toen omdat we elkaar toch in onze eigen taal horen spreken. Dan zeggen we het Ankh na: ‘Eigenlijk wist ik dat al maar heb het toch niet zelf ontdekt.’
Ekkehard Muth, 5 juni 2022