Opening
Wat goed dat u hier gekomen bent om elkaar te versterken, in de naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Welkom dus jij hier en jij via het scherm.
Bij zijn afscheid bad Jezus voor zijn leerlingen, voor ons, dat we allen één mogen zijn. Maar om welke eenheid gaat ’t hier?
Is eenheid hetzelfde als gelijkvormigheid? Nee, juist niet!
Het gaat om een gemeenschap van ongelijkvormigen en ongelijksoortigen die niet vanzelfsprekend verbonden is, maar zich laat verbinden door een sfeer van vriendschap en liefde.
Als wij ons een geloofsgemeenschap noemen, dan betekent dit, dat we met elkaar verbonden willen zijn, niet omdat we hetzelfde zijn, maar omdat we ons láten verbinden door het Evangelie van welkom aan elkaar.
Met elkaar vormen we een veelkleurig mozaïek, waaraan ieder zijn steentje bijdraagt.
Soms blijven we steken in eigen gelijk, staan we niet open voor elkaar. Daarom bidden en zingen we om ontferming.
Overweging
De laatste weken van een leven die blijven je bij: wat hij toen zei, waarover zij zich zorgen maakte.
Toen Hij, Jezus van Nazareth, afscheid nam van zijn vrienden, heeft Hij voor het laatst intens met hen gepraat en voor hen gebeden. Johannes schreef het op en wij lazen er zojuist uit voor, zoals deze bede: ‘Vader, bewaar in Uw naam degenen die U aan mij hebt toevertrouwd, zodat ze één mogen zijn zoals wij’. Maar wat bedoelt Jezus met deze eenheid?
In de 1ste lezing hoorden we de namen van de apostelen. Ze hadden allemaal, zo blijkt uit hun levensbeschrijving, een heel eigen karakter. En met de vrouwen die Jezus volgden, was het al niet anders. Het ging Jezus dan ook niet om ‘gelijke monniken, gelijken kappen’. Het gaat hem er om dat al die verschillende volgelingen van hem zich laten verbinden door een sfeer van liefde en vriendschap. Jezus bidt om een eenheid in verscheidenheid: ‘laat degenen die U Vader aan mij heeft toevertrouwd, zich met elkaar verbinden, niet omdat ze hetzelfde zijn, maar juist omdat ze elkaar in hun verscheidenheid het goede leven gunnen’.
Als wij werken aan eenheid in verscheidenheid, dan werken we mee aan een gemeenschap waarin het goed is om te wonen.
Op dit gemeenschapsideaal is de augustijnse spiritualiteit gebouwd, zo leerden we in de ontmoetingsgroep rond de Regel van Augustinus, die hier nog steeds maandelijks bij elkaar komt, en waarvan een podcast wordt gemaakt, zodat iedereen er kennis van kan nemen. Augustinus leert ons dat je gemeenschap niet gelijk moet stellen met uniformiteit. Iedereen moet hetzelfde zijn en krijgen, allen moeten hetzelfde willen en niet-willen is geen ideaal maar een karikatuur van gemeenschapsleven.
Over de 1ste christengemeenten lezen we in de Handelingen van de Apostelen ‘ze bezaten alles gemeenschappelijk en ieder kreeg wat hij nodig had’.
Beeldend is het hoe Augustinus het verhaal uitlegt over de wonderbare visvangst. 153 grote vissen sleepten Jezus’ leerlingen in hun net aan wal na een nacht vol twijfel en angst. 153 is het getal van alle toen bekende volken op aarde, allemaal verschillend van taal, kleur, cultuur. Maar het net schuurde niet bij al die verschillen omdat het bij elkaar werd gehouden door de Liefde.
Laat dit ook het uitgangspunt zijn voor een stadsklooster dat op augustijnse leest is geschoeid. Alle vissen in het net tellen mee, zegt Augustinus; gooi er geen terug in de zee omdat het volgens jou te klein of onvolmaakt, of wat dan ook, zou zijn.
En zou deze evangelische oproep tot eenheid in verscheidenheid ook geen alternatief kunnen bieden aan een maatschappij die steeds meer gepolariseerd raakt? Want, hoe groot zijn eigenlijk de verschillen die een samenleving kan verdragen alvorens uit elkaar te vallen? Mogen wij van migranten en in het bijzonder van fundamentalistische groeperingen dan niet verlangen dat ze instemmen met een aantal elementaire uitgangspunten in onze samenleving, zodat we ons nog thuis kunnen voelen bij elkaar? Natuurlijk wel!
Maar als we er het criterium van de evangelische liefde langs leggen, dan mogen we verschillen – als – zodanig nooit een onoverkomelijke barrière worden voor een gezonde samenleving.
Altijd blijven er in de samenleving verschillen bestaan tussen personen en groepen: we zijn christen of moslim, wit of zwart, homo of hetero, oud of jong…… en zo kun je eindeloos doorgaan. Als je in het voetspoor van Jezus wilt treden, zal je altijd iets van jezelf opgeven, om ruimte te maken voor de ander.
Na Jezus hemelvaart is dit de zending van christenen in de wereld: dat we de ruimte niet inrichten voor onszelf alleen, maar voor een samenleving waarin plaats is voor anderen. Het is samenwerken aan de eenheid van de Liefde. We hoeven het niet alleen te doen. Ons is de Geest beloofd, die deze liefde in ons kan ontsteken.
In deze dagen naar Pinksteren toe, bidden we om die Geest, die vuur en liefde is.
Joost Koopmans osa, 29 mei 2022