Lucas 12, 32-40
Hebreeën 11, 1-2; 8-12

 

Net als Augustinus was ook de augustijn Maarten Luther altijd goed voor een treffende one-liner. Ze waren zeg maar de Johan Cruijff’s van het geloof. Met uitspraken waarin ze de dingen graag op hun kop zetten waardoor je pas echt kunt zien hoe het zit. Waarschijnlijk had Luther net ons evangelie gelezen toen hij het in één zin samenvatte: ‘Waaraan je hart hangt, dat is je God’.

In ons evangelie staat het net andersom, namelijk: ‘waar jullie schat is, daar zal ook jullie hart zijn’, maar als je het omdraait wordt het veel krachtiger: ‘Waaraan je hart hangt, dat is je God.’

Nu kan je hart hangen aan de meest uiteenlopende dingen. Je kan je hart hangen aan spullen, maar je kan je hart ook hangen aan je schat in de hemel.

In onze eerste lezing wordt teruggekeken op hoe Abraham vertrok naar nieuw land. Hij had zijn hart makkelijk kunnen hangen aan wat hij heeft, maar hij ging op weg door zijn geloof. Zijn hart hing uiteindelijk toch meer aan de schat in de hemel, zo zeer zelfs dat hij op weg ging, zoals het hier staat, ‘zonder te weten waarheen.’

Toen Nijmegen op weg ging naar de andere kant van de Waal om daar de nieuwe wijk Nijmegen-Noord te ontwikkelen was het eerste gebouw wat er verscheen een Aldi. Maandenlang stond de blokkendoos eenzaam en alleen in de weilanden. – Is dat het eerste waaraan je denkt als je vertrekt naar nieuw land? Is dat waaraan je hart hangt?

Nu kan je de schat in de hemel op verschillende manieren invullen. Wij denken bij ‘schat in de hemel’ meteen aan een christelijke invulling, maar je kan die schat ook bekijken door de bril van alle andere godsdiensten of vrije spiritualiteiten.

Hoe zou het geweest zijn als er eerst een plek was gekomen voor de schat in de hemel, hoe je ‘m ook invult? Een plek voor wat ons overstijgt, en waar we ons hart aan kunnen hangen? En wat voor een wijk krijg je als je die rondom een Aldi laat ontstaan? – ‘Waaraan je hart hangt, dat is je God.’

Over drie weken vieren we ons Augustinusfeest in de kapel van Sancta Maria. En hopelijk kunnen we in de toekomst eraan bijdragen dat de kapel een plek wordt waar de bewoners en de gasten hun hart aan hun schat in de hemel kunnen hangen, hoe die er voor iedereen ook uit mag zien. Natuurlijk had het oude damespensionaat ook gewoon commercieel verhuurd kunnen worden. Maar met z’n allen willen we in Sancta Maria een samenleving waar ons hart hangt aan de schat in de hemel.

‘Waar jullie schat is, daar zal ook jullie hart zijn,’ zegt Jezus. Dat klinkt een beetje aarzelend, je hoort hem bijna eraan toevoegen:  ‘- toch?’ En inderdaad, als je verder leest zou je kunnen denken dat de secularisatie ook toen al op de loer lag. ‘Sta klaar’, heet het hier, ‘doe je gordel om.’ En ook: ‘houd de lampen brandend.’ ‘Wees als knechten die hun heer opwachten wanneer hij terugkeert.’ ‘Gelukkig de heer die zijn knechten dan wakend aantreft’. – Dat klinkt alsof de mensen toen ook al het geloof als iets vreemds zijn gaan beschouwen, als iets buiten jezelf om. En dat ze net als in onze tijd toen ook al het idee hadden dat er een grote afstand is tussen de schat in de hemel en de aardse bezittingen. En stel dat je dan geen genoegen wilt nemen met een Aldi op een leeg weiland, dan is het hard werken geblazen: ‘sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend.’

Luther vindt die afstand maar niks: ‘Waaraan je hart hangt, dat is je God.’ Daar klinkt natuurlijk Augustinus doorheen met zijn andere one-liner: ‘keer terug naar je hart en herken daarin de schepper ervan’. Dus hoezo afstand, voor Luther was het duidelijk: zoals je geen afstand van je hart kunt doen, zo kan je ook geen afstand nemen van God.

Het is dan ook geen kwestie van hard werken om je iets vreemds eigenen te maken. Nee, het zit al lang in je hart. Geloven gaat als vanzelf omdat je hart het je ingeeft. Het is ook niet ‘sta klaar, doe je gordel om en houd de lampen brandend’ om een goede gelovige te zijn, nee, het is andersom: diep in je hart ben je al lang gelovig, misschien meer dan je zelf doorhebt, en natuurlijk sta je dan klaar, doe je je gordel om en houd je de lampen brandend.

‘Waaraan je hart hangt, dat is je God.’ Zo is ook Abraham vertrokken – zonder te weten waarheen – zijn hart achterna. Laten we meegaan.

 

Ekkehard Muth, 7 augustus 2022