Genesis 37
Veelkleurig, zalig!

In 2008 ging in Nederland de musical ‘Jozef’ in première, dat was de Nederlandse versie van de Broadway-musical ’Joseph and the amazing technicolor dreamcoat’. De veelkleurige mantel van Josef speelde toen de hoofdrol. Zo veelkleurig zoals ook wij mensen veelkleurig zijn. En zo veelkleurig als de regenboogvlag en ook de regenboogvlag met de transgender-kleuren erin.

Het verhaal van Jozef is het oerverhaal van onze joods-christelijke traditie. Het zit vol van symbolische verwijzingen. De oude vader Israël, zoon van Abraham, met zijn twaalf zonen, die op hun beurt de oervaders van de twaalf stammen van Israël zullen worden. En de Ismaëlieten die afstammen van Ismaël, de broer van Israël. Zij zullen de voorouders worden van de Palestijnen. – En terwijl op dit moment de aloude broederstrijd weer gruwelijk oplaait waren het toch de Ismaëlieten die steeds weer de redding waren van de Israëlieten.

De Ismaëlieten brengen Jozef naar Egypte, daar droomt hij van de zeven vette jaren en de zeven magere jaren. Hij schopt het tot de rechter hand van de farao. Hij laat in de vette jaren schuren bouwen, en wanneer in de zeven magere jaren een grote hongersnood uitbreekt, kan Egypte uit de rijke voorraden putten. Uitgehongerd en aan het einde van hun Latijn trekken ook de broers van Jozef naar Egypte. Mat de pet in de hand komen ze voor Jozef te staan die ze eerst niet herkennen, en de droom van Josef gaat in vervulling: zij buigen voor hem om een beetje graan te mogen ontvangen. Zo wordt de jongste broer Jozef en zo worden de Ismaëlieten de redder van Israël, en daarmee ook de redder van God en zijn mensen. – Zover het oerverhaal.

Jozef krijgt van zijn vader een veelkleurige mantel, een ‘prachtig bovenkleed’, zoals het in onze lezing staat. Maar het Hebreeuwse woord voor dat bovenkleed ‘כְּתֹ֥נֶת – ketonèt’ betekent ook ‘prinsessenjurk’. Bijvoorbeeld wordt in 2 Samuël 13,18 met datzelfde woord de jurk van Tamar beschreven: ‘Tamar droeg een veelkleurig gewaad, zoals de jonge, huwbare koningsdochters dat als overkleed droegen.’ – Misschien is het een beetje gezocht, maar zou Israël, de oervader gezien hebben dat zijn jongste zoon ook qua gender veelkleuriger was dan zijn broers? En dat hij daarom de redder moest worden van de mensheid die veel veelkleuriger is dan wij soms waar willen hebben? Dat die veelkleurige zoon de geschiedenis van God en zijn mensen moet verder helpen die net zo veelkleurig is, veelkleurig in het geloof, joden, christenen, moslims; veelkleurig in culturen, en ook veelkleurig in geaardheid en identiteit.

Veel later, in het jaar 1445 zal Giovanni die Paolo in Siena een prachtig schilderij maken van het laatste oordeel. Op de voorkant van het liturgieboekje zie je de kant van het paradijs, en op de achterkant zie je de hel. Helaas konden van de hel geen scherpere afbeelding vinden, maar misschien is dat maar goed ook.

Als je op de achterkant kijkt dan zie je dat in de hel de mensen in hokjes gestopt worden. Allemaal benauwde en afgesloten hokjes net als de nauwe en diepe put van Jozef. Je kan geen kant op, opgesloten in een hokje waar anderen jou instoppen, je wordt vastgepind op wat anderen van je vinden. En tenzij er mensen zijn zoals Ruben en Juda die jou uit de put halen blijf je opgesloten in een identiteit die niet jouw identiteit is, je blijft opgesloten in een lichaam wat niet jouw lichaam is, en je wordt opgesloten in een rol die niet jouw rol is.

Op de voorkant is het paradijs afgebeeld. Een wijdse weelderige tuin waar alle hokjes en grenzen opgeheven zijn. Alle standen, hoog en laag, gaan er met elkaar om, celibatairen met niet-celibatairen, mannen met mannen en vrouwen met vrouwen. Ze omhelzen elkaar, zijn in liefde met elkaar verbonden. En Giovanni di Paolo was een meester van de miniatuur, en als je dan goed kijkt naar de kleine gebaren, dan zijn die omhelzingen soms meer dan alleen vriendschappelijk bedoeld.

We weten niet of Giovanni di Paolo ons verhaal van Jozef met zijn veelkleurige koningsdochters-jurk voor ogen had, maar in ieder geval heeft hij aangevoeld dat de veelkleurige geschiedenis van God met zijn mensen haar voltooiing moet vinden in het veelkleurige paradijs. In het paradijs vallen alle hokjes weg en ieder mens mag stralen in zijn, in haar, in diens eigen kleur.

En met een vette knipoog schildert Giovanni di Paolo een man die alleen blijft. Dat is de man met de rode hoed van de inquisitie, die weet het nog niet zo goed.

Het is alsof Jozef met zijn veelkleurige prinsessenjurk al vooruitkijkt naar het veelkleurige paradijs. Het begint zo veelkleurig als zijn koningsdochters-jurk en het eindigt in het paradijs waar alle kleuren tot hun recht mogen komen. En daartussen in mogen wij de veelkleurigheid verder dragen. Dat we mogen stralen in de kleuren van de jurk van Jozef en in de kleuren van het paradijs; ‘veelkleurig, zalig!’

Ekkehard Muth, 15 oktober 2023