Lucas 21, 25-28

Jeremia 33, 14-16

1e advent 2021

 

‘Dat een nieuwe wereld komen zal’, dat hebben we net gezongen en dat hebben we ook als thema gekozen voor de advents- en kersttijd. Vanaf nu tot in het nieuwe jaar en tot aan Driekoningen willen we bidden en vieren ‘dat een nieuwe wereld komen zal’.

In Spreuken (29,18), dat boek vol met levenswijsheden staat: ‘Waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk’ (Willibrordvertaling). Als je niet meer uitziet naar de nieuwe wereld, dan verwildert het volk. Als je de nieuwe wereld niet meer viert, al is het maar op zondag met een uurtje bidden en het brood delen, als je zo de nieuwe wereld niet meer oefent en als je de nieuwe wereld niet meer beoefent, dan verwildert het volk.

Dan krijg je van die apocalyptische toestanden die ook in onze lezing genoemd worden. ‘Tekenen aan zon en maan en sterren’, ‘op aarde zullen de volken sidderen van angst,’ je raakt lamgeslagen omdat je je afvraagt ‘wat er met de wereld zal gebeuren’, ‘want de hemelse machten wankelen’, staat in ons evangelie, alles staat op losse schroeven, je weet niet meer waar je nog op kunt vertrouwen.

Hoe actueel wil je het hebben. We denken vaak dat een voorganger de bijbel moet kunnen vertalen naar onze tijd van vandaag, maar dat hoeft helemaal niet, want onze tijd staat al lang vertaald in de bijbel. ‘Waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk.’ Misschien zijn we intussen zo geïndividualiseerd geraakt dat de eigen ontevredenheid al reden genoeg is om politieagenten blijvend letsel toe te voegen, om hulpverleners aan te vallen die er juist voor jou zijn. Je eigen individueel onwelbevinden is zo belangrijk dat de hele samenleving er maar voor moet wijken. Het individualisme staat zo voorop dat het zicht op de gemeenschap verloren is; laat staan het zicht op het visioen wat ons gezamenlijk overstijgt.

En nu zou je makkelijk mee kunnen gaan in die neerwaartse spiraal. Je zou achter de bangmakers aan kunnen lopen die de apocalyptische beelden uit ons evangelie maar al te graag bezigen. En ja, heb je niet ook in je eigen leven tekenen aan zon en maan en sterren? Misschien zijn je zorgen zo groot dat je geen licht meer ziet, misschien is je wereld zo aan het wankelen dat je ook niet meer weet wat er moet gaan gebeuren. Je houdt je hart vast. –

Maar zegt Jezus hier: ‘wanneer dat alles staat te gebeuren, richt je dan op en hef je hoofd.’ Laat je niet neerdrukken door de bangmakers. Laat je niet meesleuren in de roes van je eigen verongelijktheid. Laat je niet inpakken door de uitzichtloosheid van je eigen navelstaarderij. Maar: ‘richt je dan op en hef je hoofd.’ Richt je dan op en kijk verder dan jezelf, hef je hoofd en zie ‘dat een nieuwe wereld komen zal.’

De neerwaartse spiraal, de spiraal die alleen maar naar beneden gaat en daarbij ook nog steeds nauwer wordt naar binnen toe, die wordt juist omgekeerd. De spiraal gaat naar boven en wordt juist steeds weider.

Richt je op en hef je hoofd. Als het licht van zon, maan en sterren wankelt, steek dan het eerste kaarsje aan op de adventskrans. Als je je afvraagt wat er met de wereld zal gebeuren, deel dan het brood met elkaar.

En fijn dat vanaf vandaag ook Nadia en Lino meedoen met het delen van brood. Twee weken geleden toen Suzan, Eva, Niek, Rutger en Vera Eerste Communie vierden konden jullie er niet bij zijn omdat Nadia en later ook Janneke positief getest waren. Maar straks ontvangen jullie je eerste communie, en vanaf nu doen jullie helemaal mee.

Zo vormen we samen een beweging van ‘richt je op en hef je hoofd’. Een beweging waarin we telkens weer uitzien naar het visioen ‘dat een nieuwe wereld komen zal’. Een beweging waarin we het visioen telkens weer oefenen, al is het maar met het eerste kaarsje op de adventskrans. En een beweging waar we de nieuwe wereld tussen alle coronaregels door telkens weer heel even beoefenen door het brood met elkaar te delen.

Richt je op en hef je hoofd, dat een nieuwe wereld komen zal.

Ekkehard Muth, 28 november 2021