Matteüs 22, 34-40 Exodus 22, 20-26

Geloven is niets voor watjes, geloven is niets voor bankklevers en geloven is niets voor consumenten. Maar geloven is voor mensen die met heel hun hart en met heel hun ziel en met heel hun verstand proberen waar te maken wat ons allen overstijgt.

Op onze website noemen we dat een beetje uitdagend: ‘Ontdek de kloosterling in jezelf.’ Ontdek dat je onderdeel mag zijn van een verhaal wat groter is dan jezelf. Augustinus heeft dat al eeuwen gelden in zijn regel op het punt gebracht: ‘eert in elkaar God, want ieder van u is zijn tempel geworden.’ – Hoe groot, hoe ruim wil je het nog hebben.

In ons evangelie komen na de Sadduceeën de Farizeeën bij Jezus. De Farizeeën zijn zo mogelijk nog grotere paragrafenridders dan de Sadduceeën. Ze hebben het geloof nóg kleiner gemaakt en het opgesloten in pietluttige regels en wetten. Het zijn eigenlijk watjes, angstige typetjes, want hoe meer angst je hebt, hoe meer regels je stelt om je veilig te wanen. Nu kunnen ze zij veilig en zelfvoldaan achterover leunen, en vanuit hun luie stoel hoeven ze alleen maar te verwijzen naar de regels. En zo proberen ze ook het grote verhaal van Jezus op te sluiten in het keurslijf van hun wetten. ‘Meester,’ vragen ze, ‘wat is het grootste gebod in de wet?’

Maar Jezus antwoordt: Geloven is niets voor angstige watjes, en het is al helemaal niets voor luie bankklevers. Geloven betekent dat je met heel je hart en met heel je ziel en met heel je verstand gaat voor wat jou overstijgt. – Groter dan je hart, zullen we straks zingen, groter dan je ziel, en zeker groter dan je verstand.

Van de week is het prachtige boek verschenen, ‘De leegte voorbij’, van de Remonstrantse predikant Joost Röselaers en de psychiater Esther van Fenema. Daarin kijken ze naar de mens als naar een psychiatrisch patiënt: ‘Het grote probleem is de leegte. De westerse mens heeft zich bevrijd van knellende dogma’s, ideologieën en andere grote verhalen, heeft zichzelf op een goddelijk voetstuk gezet en zag dat de wereld aan zijn voeten lag.’ Maar, zegt Van Fenema, ‘de patiënt kon de verantwoordelijkheid die zijn nieuwe rol als God van zijn eigen leven met zich meebracht eenvoudigweg niet aan. De patiënt heeft last van allerlei psychische klachten die vaak zijn terug te voeren op een gebrek aan zingeving. Dat lege gevoel probeert hij vervolgens te dempen met excessief consumeren en genieten. En dan moet hij ook nog leven in een samenleving waar geen samenhang, structuur en ordening bestaat.’

‘Ontdek de kloosterling in jezelf.’ Ontdek dat je deel bent van een verhaal wat veel groter is dan genieten en consumeren. Ontdek dat er meer ruimte is en meer licht dan jij als God van je eigen leven voor elkaar kunt krijgen. – Jezus vertaalt dat in ons evangelie met: ‘Heb de Heer, uw God lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. En heb uw naaste lief als uzelf.’

In onze eerste lezing zien we hoe God zelf met heel zijn hart, met heel zijn ziel en met heel zijn verstand gaat voor ‘heb uw naaste lief’. Waag het niet om halfslachtig en afzijdig te blijven. Waag het niet dat vreemdelingen, weduwen en wezen Mij om hulp moeten vragen omdat ze die hulp van jou niet krijgen. En het is hem nog menens ook, ik doe jullie wat als jullie verslappen.

Op deze zondag staan we ook stil bij de reformatie. De augustijn Maarten Luther, en met hem Calvijn en Zwingli hebben gezien dat de kerk was blijven steken in de Middeleeuwen. De kerk was een prachtig gebouw geworden van machtsbeluste Sadduceeën en pietluttige Farizeeën, die zich zelfvoldaan in het pluche zaten te wentelen. Met een leeg verhaal waar de hiërarchie elkaar de hand boven het hoofd hield, en waar men de gelovige tot consument had gemaakt, die moest gehoorzamen, en die vooral moest dokken.

De verlichting moest nog komen waar de middeleeuwse mens ontwaakte en een eigen individu werd. Maar de reformatoren beseften toen al dat de mens door God geschapen was als een eigen persoonlijkheid, met een vrije wil en met een eigen geweten. Met een hart, met een ziel, met een verstand die het grote verhaal wilde waarmaken. En daarom streden ze voor een kerk die de mensen niet langer kleinhield, maar die de mensen in hun door God gegeven kracht zette. – Uiteraard had Luther daarbij de Regel van Augustinus in zijn achterhoofd: ‘eert in elkaar God, want ieder van u is zijn tempel geworden.’ – En zij gingen ervoor. Met heel hun hart, met heel hun ziel en met heel hun verstand.

Afgelopen donderdag hebben wij met elkaar gesproken over hoe wij kerk willen zijn. Gaan we terug naar de veilige regels en worden we een palliatieve parochie die zo comfortabel mogelijk haar levenseinde afwacht? Blijven we achterover leunen, de kat uit de boom kijken en consumeren? – Of beantwoorden we aan onze roeping dat wij allen zijn tempel zijn geworden. Dat je talenten en kracht hebt gekregen, persoonlijkheid en een geweten, om mee te helpen dat het grote verhaal ook in het hier en nu oplicht. Pak je de sleutel op omdat het jouw roeping is om een sleutelfiguur te worden in een geloofsgemeenschap waarin we samen de leegte vullen met ‘heb uw naaste lief als uzelf’.

Ontdek de kloosterling in jezelf. Je zit niet in de leegte, maar je bent deel van wat ons allen overstijgt. Laten we er samen voor gaan. Laten we met heel ons hart, met heel onze ziel en met heel ons verstand proberen waar te maken wat groter is dan ons hart, groter dan onze ziel en groter dan ons verstand.

Ekkehard Muth, 29 oktober 2023