Viering zondag 27 juni : Geloofskracht tegenover doodskracht

Eerste lezing:    Wijsheid 1,13-15;2,23 -24
Evangelie:          Mc. 5, 21-43

Overweging
Voor ramptoeristen is het duidelijk: dat kind van Jaïrus is dood, en ze beginnen alvast met weeklagen.

Maar ‘dood’ is, zoals ik ter inleiding al zei, een woord met meerdere lagen. Jezus zegt dan ook tot de weeklagers: ‘Hou op met dat misbaar, het kind is niet gestorven, maar slaapt.’

Het is interessant te zien hoe meester-vertellers zoals Nico ter Linden en Jos Zwetsloot dit oude verhaal naar deze tijd weten te vertalen. Ik vertel het hier na:

Het gaat om een 12jarig meisje. Haar vader heeft een hoge functie in de plaatselijke kerk. De dochter van de dominee , zouden we nu zeggen. Zo’n kind heeft het niet altijd gemakkelijk op school en waarschijnlijk thuis ook niet. Ze begint aan de puberteit en misschien leed ze aan anorexia, want straks zal Jezus zeggen dat ze haar te eten moeten geven. Blijkbaar heeft ze problemen met haar leven en zit ze in de dwangbuis van strenge wetten die haar door haar vader worden opgelegd. Ze kwam in opstand en sterft van ellende en benauwenis.
De vader is geschrokken en vreest zijn dochter te verliezen. ‘Wees niet bang, maar blijf geloven’ zegt Jezus.

Regels, wetten, angst: het zijn de vijanden van het geloof.
Als Jezus het huis binnenkomt, wordt er geklaagd en gejammerd om de dood van het kind.
‘Waarom dit misbaar, het kind slaapt’ zegt Jezus. Dan beginnen ze te lachen…. Het is de lach van het ongeloof. Ongeloof laat alles verstenen en verstarren. Daar kunnen mensen aan kapot gaan.  ‘Allemaal eruit!’ zegt Jezus. Hij wil geen pottenkijkers die niet willen geloven. Geen lui die het heilige belachelijk maken. Hij pakt haar bij de handen en richt haar op. Hij maakt haar los uit de beklemming die door de jaren heen gegroeid is en die het bruisende en verlangende leven in haar heeft gedood.
Hij laat het meisje weer op eigen benen staan. Ze is 12, geen kind meer. Daar gaat ze. Ze zet de eerste schreden in een eigen leven, ze stap de wereld in. ‘Het dochtertje van…’ is een dochter geworden.
Het verhaal wil ons dus wel iets meer vertellen dan het feit dat Jezus een dode opwekt, die later toch weer gestorven is. Het gaat om de geloofskracht waartoe Jezus de vader van het stervende kind oproept. En dat geloof brengt hij ook óp, ondanks de spottende reacties van de omstanders op Jezus’ woorden.

Waar geloofd wordt, kunnen zijn woorden vruchten afwerpen…… kunnen we loskomen van de machten die ons dwingen.
Meisjes, zoals de dochter van Jaïrus, en jongens zoals die uit Naïm, zulke jongeren zijn er genoeg vandaag de dag, en altijd al geweest. Ze twijfelen aan hun toekomst, aan hun talenten, hun geaardheid, kunnen zich snel in de hoek gedrukt voelen, voeren een strijd met zichzelf. Hen klein houden, in een glazen huis zetten, allerlei eisen stellen: werkt niet….slaat alles dood.
Niet voor niets zei Jezus tot de vader van Jaïrus: ‘Wees niet zo bang, maar geloof in je kind’!
En tot de dochter, ja tot alle jongeren die op de drempel staan van een zelfstandig leven roept Hij: ‘Talita koemi!’ Woord dat ruimte schept: Sta op! Sta op je eigen benen, je kunt het, we houden van je en God gaat met je mee!
Maar hoeveel mensen, of ze nu jong, volwassen of oud zijn, worden er niet, óók in onze tijd, klein gehouden, opgesloten, dood verklaard:

  • door onderdrukkende regimes, all over te world,
  • door wantrouwige overheidsdiensten,
  • door – God betere het – kerkelijke veroordelingen….

Vanuit het Evangelie klinkt er vandaag een tegengeluid: ‘Talita koemi!’ Sta op , durf te leven, ga de weg die je goed doet, wordt de mens die je van God mag zijn!

Maar Jezus wil niet dat mensen hem daarom op een voetstuk gaan plaatsen als wonderdoener. Misschien is Hij er wel bang voor dat ze de zorg voor het leven aan hem gaan uitbesteden, dat ze denken zelf niets meer te hoeven doen.

Het tegendeel is waar.
Wat Hij hoopt, is dat mensen die aangestoken zijn door zijn kracht, er alles aan zullen doen om voort te zetten wat ze van Hem ontvangen hebben:  Dat we elkaar bij de hand nemen, bevrijden van dwingende machten en uitzicht bieden.

 

Joost Koopmans osa