Lucas 21, 5-19

Sint Maarten

Vandaag zou Augustinus 1668 jaar zijn geworden. En in zekere zin wordt hij dat vandaag ook, want hij leeft nog steeds voort. We leven in een westerse cultuur die in belangrijke mate door zijn gedachtegoed gevormd is. En we zitten in een kerk die onder zijn invloed en door zijn gedachten geworden is wat zij vandaag de dag is. Dus, beste Augustinus, van harte gefeliciteerd met je verjaardag.

Doorgaans weten we van heiligen alleen de sterfdatum. Want de meeste heiligen worden pas heilig door hun geloof of door hun daden die pas bekend worden wanneer hun geboortedatum niet meer zo goed te achterhalen is. Zo weten we ook van Sint Maarten alleen de datum van zijn begrafenis, namelijk 11 november 379. Maar Augustinus werd belangrijk door de zoektocht in zijn hele leven. Vandaar dat we ook zijn geboortedatum weten.

Natuurlijk zijn er de nodige ongerijmdheden in zijn leven. De relatie met zijn moeder. Dat hij de relatie verbroken heeft met zijn geliefde waarmee hij 13 jaar samengeleefd heeft en waarmee hij ook een zoon had, Adeodatus. Volgens het toen geldende recht kwam dat neer op een echtscheiding. Verder zijn er verhalen van allerlei baldadigheden, en toen hij ouder werd ook allerlei uitspattingen. Niets menselijks was hem dus vreemd.

Maar in zijn Belijdenissen en in veel preken heeft hij juist ook zijn wilde jaren een plek gegeven in de grote zoektocht naar God. En dat maakt hem dan ook zo menselijk, want we herkennen ons waarschijnlijk meer in zijn wilde jaren dan in zijn vrome jaren. Al maak je het nog zo bont, wat voor rampen en dwaalwegen je ook meemaakt, dan nog kan je op weg zijn naar God.

Dat is ook de boodschap in ons evangelie. – Op het eerste gezicht lijkt het een eindtijdverhaal. Dat is een apart genre in de bijbel waar grote verschrikkingen en kosmische rampen beschreven worden, die het einde der tijden aankondigen. Wie ooit ‘De naam van de roos’ gelezen heeft, of wie de film gezien heeft, weet daar alles van. En de beelden worden ook graag gebruikt door complotdenkers en door politici die garen spinnen bij de angst van mensen. Die roepen dan, zoals Jezus het al zegt: ‘Ik ben het, of de tijd is gekomen.’ – Maar in ons evangelie is het juist geen eindtijdverhaal, maar een verhaal van nieuw begin.

Zoals je bij de jonge Augustinus gedacht zou hebben: ‘dat wordt niet wat met die jongen’, en toch gedenken we 1668 jaar later nog steeds zijn verjaardag; zo is het ook met al die rampen en verschrikkingen. ‘Geen haar van je hoofd zal verloren gaan,’ zegt Jezus.

En zoals Augustinus al die rampen kende, hij heeft ze zelfs over zich afgeroepen, zo kennen wij die rampen ook. Oorlogen, niet alleen geografisch heel dichtbij in Oekraïne, maar vanwege de stijgende prijzen ook dichtbij in onze portemonnee, en ook dichtbij in onze woonkamer waar we de thermostaat wat lager zetten. Aardbevingen, niet alleen als natuurrampen, maar ook in ons eigen land omdat we jarenlang het geld wat met het gas te verdienen was belangrijker vonden dan de mensen die daar leven. Hongersnoden omdat door onze eigen consumptie de aarde zo opwarmt dat er in hele landstreken niets meer groeit door overstromingen of droogte. En epidemieën, niet alleen corona zelf, maar ook de gevolgen ervan, bijvoorbeeld heel dichtbij voor de kerkgang of voor de manier waarop we in de toekomst zullen gaan werken.

En Jezus maakt het nóg persoonlijker: ‘jullie zullen mishandeld en vervolgd en uitgeleverd worden.’ Denk maar eens aan je eigen oorlog misschien, je eigen strijd; en je weet niet hoe je er doorheen moet komen. Of de momenten waar de grond onder je voeten schudt als bij een aardbeving. Waar je je afvraagt hoe je dat toch allemaal moet dragen. Of je honger naar een beetje licht aan het einde van de tunnel. Of dat je net als bij een epidemie het gevoel hebt dat alles jou door de vingers glipt. ‘Uitgestort als water liep ik van jou weg’, zegt Augustinus.

Maar Jezus buigt het juist om. Wat er ook gebeurt, ‘geen haar van je hoofd zal verloren gaan.’ Misschien pas in de eeuwigheid, maar vooral ook in het hier en nu. Dat er mensen zijn die jou een warme mantel om de schouders leggen. Dat je net als Sint Maarten bereid bent om te delen. Dat je niet lang hoeft na te denken, maar dat je doet wat er gedaan moet worden. Dat je niet je eigen keuzevrijheid bovenaan stelt, terwijl vluchtelingen die geen keuze hebben dan maar in de haven moeten blijven dobberen omdat we het in onze gemeenten niet voor elkaar krijgen om hen op te vangen. Dat als jezelf in de kou staat er iemand is die jouw als een mantel begeleidt en met je meegaat.

Van Sint Maarten wordt verteld dat hem in de nacht Christus verscheen. En Augustins beschrijft hoe al die rampen en dwaalwegen hem juist op het goede spoor hebben gebracht. Op zijn verjaardag feliciteren we Augustinus van harte. En ook na 1668 jaar wensen we hem nog vele goede jaren toe. En zo  doet Jezus in ons evangelie dat ook: ’Raak dan niet in paniek’ Je bent op weg naar het leven. ‘Geen haar van je hoofd zal verloren gaan.’

Ekkehard Muth, 13 november 2022