De missie van de toekomst.
Prof. Dr. Kris Vissers Hoogleraar Pijn en palliatieve geneeskunde, anesthesioloog, voorzitter van het Radboud Expertisecentrum voor pijn en palliatieve geneeskunde, Radboud UMC
De missie van de toekomst.
Prof. Dr. Kris Vissers Hoogleraar Pijn en palliatieve geneeskunde, anesthesioloog, voorzitter van het Radboud Expertisecentrum voor pijn en palliatieve geneeskunde, Radboud UMC
Andrà tutto bene
Marion van Weeren is als programmamaker verbonden aan de Nationale Onderwijsweek en hoofdredacteur van de Nationale Onderwijskrant.
“En toen kwam corona,” moet haast wel een van de meest uitgesproken zinnen van 2020 worden. Ook voor het onderwijs. Wat een schoolsluiting van drie weken leek te worden, werd er een van drie maanden. Voor sommige onderwijssectoren zelfs nog langer.
Met de sluiting van de scholen per 16 maart brak een periode aan van noodgedwongen thuisonderwijs. Basisscholen stelden in razend tempo thuiswerkpakketten samen, terwijl het voortgezet en vervolgonderwijs zoveel mogelijk overschakelden op online lessen. Zoveel mogelijk, want dat kon niet altijd. De praktische vakken waren een lastige, en soms onneembare, hobbel. Kook- en bakopdrachten kun je nog wel thuis doen. Maar voor een technische opdracht die specifiek gereedschap vereist, moet je net het geluk hebben dat jouw familie dat in huis heeft.
Die laatste zin raakt een teer punt. Door de ‘intelligente lockdown’ werden de verschillen zichtbaar in wat econome Barbara Baarsma ‘kanskracht’ noemt. Anders gezegd: de gelijke kansen van kinderen en jongeren in Nederland kwamen verder onder druk te staan. Er rezen zorgen over onderwijsachterstanden, en meer nog: over het ontstaan van (nog) grotere verschillen tussen leerlingen in een klas. Lees: verschillen tussen leerlingen die thuis in meer of juist in mindere mate de ondersteuning kregen die ze nodig hebben. Bovendien bleek het lastig om contact te krijgen en te houden met kinderen uit kwetsbare gezinnen. Het werd weer eens duidelijk: er zijn leerlingen voor wie de school een veiliger plek is dan thuis.
Terechte zorgen, maar het omgekeerde gebeurde ook. Er waren kinderen en jongeren die baat hadden bij minder contacturen, al waren het drastisch veel minder uren. Er waren kinderen en jongeren die projecten opzetten om mensen een hart onder riem te steken. Zat je op een school waar zelfwerkzaamheid de norm is en het onderwijs plaatsvindt op leerpleinen, dan had je het over het algemeen makkelijker. Dat gold voor de leerlingen én de leraren. Los daarvan ontstonden overal nieuwe invalshoeken voor schoolopdrachten. En voor velen kreeg het begrip ‘school’ een totale herwaardering: “Ik had nooit gedacht dat ik het zou zeggen, maar ik kan niet wachten tot ik weer naar school mag.”
Middenin deze, tamelijk tumultueuze, plotselinge stilte zetten onderwijsprofessionals hun schouders eronder om leerlingen in beeld te houden, letterlijk en figuurlijk. Dat is grotendeels gelukt. Leraren bekwaamden zich in online lesgeven. Het ‘thuisschoolmaatje’-project van een Utrechtse school werd een landelijk fenomeen. Leerlingen die het thuis te moeilijk hadden, mochten naar school komen. Net als de kinderen van mensen in vitale beroepen.
Laten we het ‘thuisschoolmaatje’-project eens nader bezien. Een school in Utrecht zette dit op om de negatieve gevolgen van kansenongelijkheid en thuisonderwijs het hoofd te bieden. De VO-raad pikte dit op en zorgde voor schaalvergroting naar landelijk niveau. Er werden regionale coördinatoren gevonden en mentoren geworven. Ik meldde me aan als thuisschoolmaatje voor de regio Nijmegen en kreeg een week of vier voor de zomervakantie contact met een vmbo-scholier.
Alle contact verliep online, wat uitdagend was, maar zeker niet ondoenlijk. Het thuisschoolmaatje-project is inmiddels voltooid en heeft in Nijmegen een vervolg gekregen bij School’s Cool, dat in deze regio de coördinatie deed. Zonder ‘intelligente lockdown’ hebben we inmiddels offline contact. En eerlijk is eerlijk, dat is levendiger. Dankzij corona is dit een verrijking van mijn leven en ik vermoed dat vele anderen er net zo in staan. Een positief effect van de huidige tijd dus.
Zoals de Italianen zeggen: “Andrà tutto bene.” Alles komt goed.
Deze tekst is een lichte bewerking van de tekst ‘Over deze editie’ op pagina 25 van de Nationale Onderwijskrant. De pdf van de najaarseditie 2020 is hier in te zien: https://www.nationaleonderwijsweek.nl/web/filemanagement/NOW20_KRANT_najaar_2020_DEF.pdf
We leven in een tijd waarin we even moeten nadenken.
Juut Meijer, pastor van de Dominicus
Studeerde theologie in de kritische jaren ’70. Aan de VU volgde zij de predikantsopleiding en pastorale psychologie, aan de UvA bijbelse vakken en bevrijdingstheologie, aan de KTHA inleiding jodendom. Zij was enige tijd lid van Christenen voor het Socialisme en kwam in contact met de basisbeweging waar de Dominicus bij betrokken was. Tussen 1983 en 1994 was zij als voorganger en deeltijd-pastor verbonden aan de Dominicus. In 2006 werd zij pastor in een tweede termijn, waarin zij zich verder toelegde op het pastoraat en de biografie van geloof en ongeloof. De Dominicus, waar zowel het persoonlijke als het maatschappelijke er toe doet, heeft haar hart.
Juut heeft als schrijver van liedteksten en bestuurder een bijdrage geleverd aan het NieuwLiedFonds.
Juut begon haar werk in het godsdienstonderwijs en legde zich toe op volwasseneneducatie (o.a. vrouw en geloof) en kringenwerk onder studenten. Zij is getrouwd en heeft drie kinderen. Van 1994 tot 1996 woonde zij met haar gezin in Zuid-India, waar zij vergelijkende godsdiensten studeerde en zich verdiepte in de Hindoemystiek. Na haar terugkeer werkte ze twaalf jaar als studentenpredikant voor studenten en vluchteling-studenten uit Azië, Afrika en Latijns Amerika.
Beluister hieronder de podcast die gemaakt is van een interview met Juut Meijer voor het programma Waarheen, waarvoor van NH Radio
Uitzichtloos?
Nicolette Hijweege is werkzaam als coördinator vrijwilligers en trainer bij het Centrum Ontmoeting in Levensvragen, onderdeel van Sterker Sociaal Werk
Na de verzengende hitte van half augustus, nadert de zomer 'ineens’ haar einde. Een nieuw werk- en school- en activiteitenjaar vangt aan. Tijd verstrijkt, onverstoorbaar. Periodisering, de tijd indelen in periodes, is des mensen. Schokkende gebeurtenissen leiden er in menselijke betekenisgeving toe dat we de tijd indelen in er-voor en er-na. Soms anticiperen we ook op dat er-na. Zo was het bij mij in coronatijd. Van maart tot en met de zomer ‘wisten’ we ongeveer waar we aan toe waren: social distancing, thuis werken. We leefden ergens naar toe, de tijd was afgebakend en daarmee had het uithouden een perspectief. Na de zomer als alles weer zou gaan starten, zouden we wel verder zien. En nu is het zover en het perspectief lijkt nog niet echt veranderd; er zit wél minder rek in mijn ervaren. Ik lijk niet de enige.
We krijgen op dit moment relatief veel aanvragen voor gesprekken. Uitzichtloos, zo wordt de situatie getypeerd. “Als ik mijn kleinkinderen niet meer mag omarmen of op schoot nemen”; “als ik geen kaartje kan leggen met mijn vrienden”; “als mijn vriendin me niet durft te bezoeken omdat ze bang is dat we elkaar besmetten, kan ik het verlies aan gezondheid, de pijn, de stilte niet verdragen. Hoe lang nog, ik hou het niet meer vol. Zo hoeft het niet meer.” “Wie ben ik nou nog” en ook “voor wie ben ik er nog”; “waartoe ben ik nu (nog) geroepen”. Ik stamel en geef mijn gesprekspartners terug: “… geen gemakkelijk antwoord”, “… zoektocht”, “… met wat er nu is, uzelf en het leven opnieuw uitvinden”.
Voor wie zoekt naar passende en directe oplossingen, zijn dit onbevredigende antwoorden. De zoektocht, het uitvinden is immers niet altijd aantrekkelijk, noch gemakkelijk. Je struikelt gemakkelijk, loopt schrammen en builen op, al met al allerminst glorievol, noch direct voorhanden. Iedere stap op jezelf herwinnen, blijven gaan, moed houden, om je heen kijken; een rustpunt zoeken, uithijgen, bijkomen en terugval voor lief nemen. Het leven leven, de wereld waarnemen, zorgdragen voor wat er op je eigen vierkante millimeter zorg nodig heeft. Niet in de grootsheid, maar in het aandachtig zijn en aandachtig invulling geven aan je dagen, kan roeping zich openbaren ….
Online aandacht voor zingeving en levensvragen: een profetisch alternatief?
Wim Smeets, Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat Radboudumc en transmuraal netwerk ZINNET. Tevens lid van de Raad van Toezicht van het Stadsklooster.
Net als zoveel gemeenschappen sloten we in het voorjaar de deuren van onze oecumenische vieringen en bezinningsbijeenkomsten in het Radboudumc. Maandenlang stond alles in het teken van afstand houden en samenkomsten vermijden om de verspreiding van het Corona-virus tegen te gaan. Regelmatig kregen wij de vraag: zouden jullie niet online diensten aanbieden? Daar hebben we over nagedacht, maar uiteindelijk besloten om het niet te doen. Een dergelijk aanbod vonden we wel degelijk zinvol – nog altijd trouwens. Maar de vraag is: moeten wij dat doen?
Van verschillende zijden kreeg ik berichten over de mooie vieringen die vanuit het Stadsklooster op zondag online werden aangeboden. Zoveel zorg daaraan besteed, zulk een aansprekende inhoud! Complimenten voor al het werk dat daarvoor geleverd werd en wordt! Want juist in een crisisperiode worden mensen uitgedaagd om hun zingeving aan het leven te herijken. Wat gebeurt er toch met de wereld? Wat betekent het voor mij en ons om in vrijheid beperkt te worden? Hoe komen verhalen over ziekte en dood dichtbij en veraf bij mij binnen? Hoe houd ik me staande? Wat als één van mijn dierbaren of ikzelf besmet zou raken?
Op deze vragen zijn geen algemene antwoorden te verzinnen. Dat moet elk van ons voor zichzelf uitmaken. Het nodigt met andere woorden uit tot stilstaan bij je leven, bij wat van waarde is. Daarom is het zo zinvol dat vanuit levensbeschouwelijke gemeenschappen een aanbod ontwikkeld wordt dat kan ondersteunen bij deze zelfbezinning. In de bijbel, de koran of andere oude wijsheids-geschriften staat niets over Corona. Ik bedoel: directe antwoorden vind je er niet. Maar er staan wel allerlei dingen in over natuurrampen, over kwaad dat mensen treft. Vroeger dacht men dat deze dingen rechtstreeks door God naar mensen werd gezonden: om ze te straffen, om ze een les te leren. Er zijn nog altijd veel mensen die dat op die manier zo bekijken. Zelf geloof ik daar niet in. De joodse geleerde Harold Kushner heeft volgens mij deze opvatting – onder joden, christenen en moslims, maar ook bij andersgelovigen - voorgoed ontkracht in zijn boek ‘Als het kwaad goede mensen treft’. Ik kan niet geloven in een God die mensen een lesje wil leren door middel van een pandemie… Maar hoe bekijk je het dan wel?
Moeilijk in deze Corona-crisis is dat veel mensen op zichzelf en vaak in eenzaamheid teruggeworpen worden. Voor hen is het van levensbelang dat we via telefoon, videobellen of anderszins online contact zoeken en houden. Daarom is het werk van het Stadsklooster – net als dat van vele gelijkaardige organisaties – zo belangrijk! Een goed gesprek en inspirerende verhalen bieden een alternatief tegen isolatie en pessimisme. Daarom kan je het ook profetisch noemen, dat wil zeggen: een boodschap van hoop. Het Stadsklooster maakt gemeenschapsvorming online mogelijk. Zoals ik aan het begin zei: dat hoeven we dus niet over te doen. Maar wat dan wel? In onze Dienst en binnen ZINNET, het transmuraal netwerk voor zingeving en levensvragen in de regio, zijn we begonnen met een podcast, De Krachtbron (te vinden via Anchor.fm of op Youtube). Daarin laten we mensen aan het woord over hun leven in deze moeilijke tijd, hoe zij zin vinden. Misschien nodigt dit ook u uit om uw verhaal te delen? Want dat is denk ik het profetische: te midden van de bulk aan informatie over het virus en de risico’s voor de lichamelijke gezondheid, moeten we ons ook blijven richten op wat er wezenlijk toe doet voor ons leven. En daarin blijft het delen van zingevingsverhalen van levensbelang!
Corona vraagt iets anders van ons dan we gewend waren.
Janique Scharenborg studeert Master Onderwijs & Innovatie, Vrije Universiteit Amsterdam;
Werkt als onderwijsinnovator bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen;
En is actief betrokken bij de Innovatieagenda Ieder Talent Telt.
Ieder Talent Telt is de leer- en onderwijsinnovatieagenda van Nijmegen. Bij Ieder Talent Telt werken we samen als studenten, docenten, leerlingen, welzijnswerkers, pedagogen, organisaties en bestuurders om te zorgen dat iedereen zich kan ontwikkelen in wie hij/zij is.
Nieuwe initiatieven starten, hoe doen we dat bij Ieder Talent Telt?
Nou, gewoon, een appgroepje de wereld in slingeren met een tof idee, mensen erbij in die daar enthousiast van worden en dan ontstaan er verdere ideeën, verbinding en concrete acties. Yes, daar krijg ik energie van. Dan maken we samen maatschappelijke impact. En dat begint zó klein. Ieder Talent Telt blijft zoeken in hoe in te haken op actuele situaties en vraagstukken, wie en wat kunnen we met elkaar verbinden? Welke kansen en oplossingen zien we en wie zijn de personen daarvoor? Hey, ik ken nog wel iemand. Top, check, check! Dus ongeveer zo, doen we dat bij Ieder Talent Telt. En ook blijven we daar zoekende in.
We leven in een vreemde tijd, deze coronapandemie. Op het begin zaten velen van ons met open mond van verbazing en nieuwsgierigheid voor de tv te luisteren naar wat ons te wachten stond. Nu merk ik dat velen van ons hun mond open doen om tegengeluiden te geven ten opzichte van het huidige coronabeleid. In mijn ogen is het iets goeds dat er critici opstaan. Ik geloof erin dat dat de boel scherp houdt. Ook moeten we daarin kritisch zijn dat het goede gesprek wordt gevoerd. We worden deze tijd gedwongen om op een andere manier naar dingen te kijken, systemen worden losgeschud, er ontstaan veel (sociale) initiatieven, we zijn straks allemaal digitale talenten, leren ons te pletter, we hebben de schoonste huizen uit de geschiedenis en er is heel wat creativiteit en zelfbewustzijn losgekomen. Tevens is het spannend wat is en komen gaat. Deze situatie vraagt iets anders van ons dan we gewend waren. Of vroeg ons dagelijks leven eigenlijk ook al om iets anders? Willen we terug naar het oude normaal, of was dat op bepaalde vlakken niet zo ‘normaal’? Durven we nieuwe wegen in te slaan? Het oude, vertrouwde los te laten? Onzekerheid te omarmen en ruimte laten ontstaan voor mooie nieuwe dingen? En als we het hebben over het ‘nieuwe normaal’: hoe moet dat er dan uitzien? En vooral ook: wie willen we aan tafel als het gaat over die vraag? Ik denk aan wetenschappers, docenten, buurvrouwen, kinderen, ondernemers, studenten, metselaars, bestuurders etc. Omdat het hen allemáál aan gaat. Omdat je de waarde van perspectieven pas ziet als je ze toelaat. Omdat Ieder Talent Telt.
Meer weten over de Innovatieagenda Ieder Talent Telt?
Website https://www.iedertalenttelt.nl/
Artikel https://www.managementsite.nl/ieder-talent-telt
LinkedIn https://www.linkedin.com/company/ieder-talent-telt/?originalSubdomain=nl
'Niet terugvallen in de oude aanbidding van bekende patronen.'
Rob van Woerkom was leraar biologie en algemene natuurwetenschappen aan de school Notre Dame des Anges te Ubbergen. Na zijn pensionering is hij verbonden met Antonius van Paduakerk te Nijmegen. Tevens zit hij in het bestuur van de Stichting San Damiano (Pelgrimshuis), waarin hij samenwerkt met Stadsklooster Mariken.
Ik, corona?
Nee joh, laten we daar maar niet vanuit gaan!
Janique Scharenborg studeert Master Onderwijs & Innovatie, Vrije Universiteit Amsterdam;
Werkt als onderwijsinnovator bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen;
En is actief betrokken bij de Innovatieagenda Ieder Talent Telt
De nacht van 11 op 12 maart sliep ik slecht vanwege koorts, spier-, hoofd- en keelpijn en soms een longsteekje. Dit was een paar dagen na de eerste persconferentie over het verzoek om geen handen meer te schudden. En toch dacht ik: ik, corona? Nee joh, laten we daar maar niet vanuit gaan. Ik hoestte niet, had nergens last van met ademhalen en die longsteekjes vond ik discutabel: dat kon ook toeval zijn, toch? Vast een klein griepje. En trouwens, na twee dagen voelde ik me wel wat beter. Dus schreef ik een coronalied (zie linkje onderaan).
Een weekje later, donderdag 19 maart, was ik ineens erg snel uitgeput en kreeg ik last met ademhalen. Hmm, zou het dan toch?.. Momenten van zuurstofvermindering, ja die momenten vond ik eng. Maar ik wist ook: in paniek raken is geen optie want dan ga ik écht hyperventileren en dan wordt het ingewikkeld. Dus vertrouwen op mijn lichaam en blijven focussen op het ademhalen en dan ging het ook wel weer beter. Twee weken van verwondering over wat er met mijn lichaam gebeurde volgden, liggend op de bank. Gelukkig had ik een lieve vriendin die boodschapjes voor me deed. Telkens werd ik er emotioneel onder dat ze zo voor me klaar stond, lief. En ook andere vrienden vroegen me veel he het met me ging. Dat deed me zó goed.
Daarna begon het herstelproces. Twee weekjes, en dan kan ik er wel weer vol tegenaan, dacht ik. Ha.. ha.. Dat bleek te optimistisch. Vooral de eerste twee maanden (tot eind mei) was het herstellen zwaar: de huishoudelijke taken vormden de grootste uitdaging van de week. Ik was me bewust van elke handeling die ik maakte, na elke activiteit zoals de was opvouwen of douchen plande ik tien minuten rust in en zingen was ineens een stuk minder leuk door verminderde ademkracht. Dingen waar ik normaal gesproken niet over nádenk. Zittend op een stoel hield ik veel activiteiten wat langer vol. Mijn werkzaamheden heb ik geprioriteerd vanwege beperkte concentratie, maar die gingen redelijk goed omdat het niet fysiek is: heel fijn want daar krijg ik ook energie van.
Inmiddels zijn we vijf maanden verder en voor mijn gevoel ging het sinds juni met stappen vooruit. Mede dankzij hulp van de ‘coronafysio’ werk(te) ik aan het opbouwen van mijn conditie en ademkracht middels een apparaatje. Ik heb opnieuw grenzen moeten leren kennen en ben daar nog steeds mee bezig. Soms confronterend, bijvoorbeeld als ik na vijf minuten wandelen buiten zat bij te komen op een bankje en ik een aantal 80+’ers vrolijk voorbij zag lopen: jullie houden het langer vol dan ik! Maar het is ook oké. Ik zie het als dat ik een inkijkje heb mogen nemen in hoe het is om zo’n lang herstelproces te ervaren. En te merken wat ik nodig had en ook juist niet. Ik heb weer even ervaren hoe fijn het kan zijn om bewust meer tijd met mezelf door te brengen. Lekker mandala’s inkleuren, genieten van de zon, films kijken.. Ook heb ik me soms eenzaam gevoeld tijdens het herstelproces. Sinds een tijdje ben ik weer begonnen met sporten en zie ik gelukkig weer meer mensen in het echt, dat is fijn. Ik heb er vertrouwen in dat ik weer helemaal herstel!
*Coronalied dat ik heb geschreven in maart: https://www.youtube.com/watch?v=xvP-CPP3fvs
P.S. Waar mogelijk heb ik online mee kunnen doen met sociale initiatieven die ontstonden naar aanleiding van de coronapandemie. De innovatieagenda Ieder Talent Telt biedt een mooi platform voor dit soort initiatieven, daar vertel ik jullie ook snel meer over!
Het grootste wonder van deze tijd: "De economie kon stilgezet worden".
Kees van de Bosch (67) heeft eind zeventiger jaren psychologie gestudeerd aan de universiteit te Nijmegen. Hij was 10 jaar eindredacteur van Argos, het onderzoeksprogramma van VPRO radio. Momenteel is hij verbonden aan de Groene Amsterdammer. Elke week maakt hij een podcast bij een, in die week, verschenen artikel.
De verpleeghuizen weer op slot, dat nooit meer!!!
Jan Wolsing (1948) is als mantelzorger en contactpersoon intensief betrokken bij de zorg voor ouderen.
Jan is onderwijskundige van huis uit en leidde vanaf 1977 op voor diverse functies in het primair onderwijs ( Opleiding voor kleuterleidsters, de PABO en de afdeling Nascholing Dienstverlening Onderwijs van de HAN). Hij was als consultant van september 2004 tot november 2011 verbonden aan Fontys Hogescholen en verzorgde opleidingen gericht op diverse leidinggevende functies binnen scholen voor primair onderwijs. Vanuit Fontys was hij verbonden aan Magistrum Management Opleidingen. Hij begeleidde schoolleiders, leidinggevenden en managementteams bij vraagstukken op het terrein van management, leiderschap en organisatieontwikkleing.
Jan bekleedde en bekleedt diverse bestuursfuncties bij onderwijsorganisaties in de regio.
Jan speelt orgel bij het Clarissenklooster de Bron in Nijmegen en begeleidt de vieringen.
De verpleeghuizen weer op slot, ‘dat nooit meer’
In dit artikel analyseer ik de situatie die bewoners in een verpleeghuis hebben moeten meemaken. Daarbij vertrek ik vanuit een casus van een vriend die sinds februari 2020 in een verpleeghuis woont. Daarna verbreed ik de situatie in verpleeghuizen naar de communicatie van de directie van verpleeghuizen naar hun bewoners, de schending van mensenrechten en de negatieve effecten van de maatregelen naar de bewoners. Tevens stel ik vast dat de verpleeghuis zorg in naam hoog in het vaandel staat van het kabinet en het Outbreak Managementteam, maar stel ik vast dat de alle daagse praktijk op de laatste plaats komt, wanneer het om middelen en aandacht gaat.
Tot slot kijk ik naar de toekomst en geef een aantal suggesties die zouden helpen om de situatie naar de toekomst van de ouderenzorg c.q.. verpleeghuissector te verbeteren.
De verpleeghuizen weer op slot, dat nooit meer!!!
Dat was de titel van een artikel in de Gelderlander van zaterdag 13 juni 2020.
,,We moeten dan veel meer naar maatwerk toe'', zegt Koopmans. ,,Het opzetten van een quarantaine-afdeling voor besmette bewoners kan in de toekomst nog een noodzakelijke maatregel zijn. Maar nogmaals zo'n lange tijd mensen in isolement houden? Dat middel is gezien de beperkte levensverwachting van de meeste verpleeghuisbewoners erger dan de kwaal."
De bovenstaande quote is mij uit het hart gegrepen. Ik ben mantelzorger en contactpersoon van een vriend die sinds eind februari 2020 woont in een verpleeghuis in de regio. Op dinsdagmorgen 17 maart 2020 om 11 uur was ik de laatste bezoeker werd mij verteld. Vanaf dat moment mocht niemand er meer in of uit. Ik kreeg een email, in de onderstaande mail vallen een paar zaken op:
De ontwikkelingen rond het Coronavirus gaan snel, ook binnen het verpleeghuis bekijken we dagelijks welke maatregelen we moeten treffen of aanpassen. Helaas moeten we de voorzorgsmaatregelen die we u gisteren gestuurd hebben vandaag alweer aanscherpen. Hierover informeren wij u in deze brief.
Deze maatregelen gelden vooralsnog tot 6 april.
|
Wie wordt bedoeld met U? De bewoner, de contactpersoon… mij is dat niet duidelijk!
De directie verwijst naar maatregelen van het RIVM die de bewoners niet bekend zijn. Alle bewoners worden consequent op de zelfde wijze aangesproken, terwijl er grote verschillen zijn tussen bewoners en hun vermogen om te begrijpen wat er aan de hand is. Ze worden terloops geïnformeerd door zorgpersoneel waarbij niet duidelijk is welke informatie wordt gegeven.
De communicatie laat te wensen over
De communicatie met de bewoner en zijn of haar omgeving is beperkt en voor de bewoner niet duidelijk. Hij, mijn vriend, stelt vast dat de verzorging niet helder is in de informatie naar hem toe mede doordat zij geen beschermende kleding en geen mondkapjes dragen. Dat laatste vindt hij raar gezien alle gedoe op Tv over beschermende maatregelen.
Inmiddels hebben we half juni 2020 bereikt en ben ik nu vanaf 30 mei 2020 3 maal op bezoek geweest, elke week één bezoek van een uur ongeveer. De bovenstaande maatregelen hebben gegolden vanaf dinsdag 17 maart 2020 tot en met vrijdag 29 mei 2020, dat zijn tien en halve week. Stel je dat eens voor: dat je bijna 11 weken wordt opgesloten en alleen het verzorgend personeel ziet dat geen bescherming gebruikt anders dan handen wassen en desinfecteren.
Bovenstaande maatregelen werden rigoureus genomen voor alle bewoners in één keer, zonder overleg met de individuele bewoner. Mijn vriend is op geen enkele wijze bevraagd op wat hij wilde, wat hij ervan vond en niet betrokken bij besluitvormingsprocessen.
Koopmans heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen van de Lock down, het welbevinden van bewoners en medewerkers de afgelopen periode waarin de bezoekregeling werd versoepeld :
de provisorische contactmogelijkheden met raamgesprekken, praten achter plexiglas en beeldbellen waren niet meer dan een doekje voor het bloeden. Nu bezoeken in het eigen appartement weer vaker mag, wordt pas duidelijk hoeveel extra waarde fysieke nabijheid oplevert. ,,Waarbij de vertrouwde omgeving een gevoel geeft van privacy en de mogelijkheid om weer persoonlijke onderwerpen te bespreken."
Schending van de mensenrechten
In feite wordt in de situatie van mijn vriend een grondrecht geschonden: recht van bewegingsvrijheid. Om die schending te legitimeren komt de regering met noodverordeningen die door de burgemeester van de 25 regio’s worden ingesteld en gehandhaafd. Van belang is ook dat inspecties en onafhankelijke toezichthouders hun taak kunnen blijven uitvoeren. Er is bijvoorbeeld een mensenrechtelijke plicht om personen van wie de vrijheid is ontnomen voldoende te beschermen tegen het virus en toegang te garanderen tot adequate medische zorg in geval van besmetting. Die zorgplicht geldt voor mensen in gevangenissen en politiecellen, in vreemdelingenbewaring, maar ook voor mensen die in de praktijk ‘vastzitten’ in asielzoekerscentra of in (psychiatrische) ziekenhuizen, zorginstellingen of verpleeghuizen. Juist in dat soort situaties is controle en onderzoek door inspecties en onafhankelijke toezichthouders een belangrijk rechtsstatelijke waarborgmechanisme.
Hoe ver mogen maatregelen gaan? Mag dat allemaal?
(19-03-2020 College van de rechten van de mens www.sociaalweb.nl/nieuws: )
Het korte antwoord is: ja, alle bovengenoemde rechten en vrijheden mogen inderdaad beperkt worden door de overheid. Inbreuken op deze rechten kunnen gerechtvaardigd zijn. De bescherming van de volksgezondheid geldt doorgaans als een geaccepteerde rechtvaardigingsgrond. Wel moet de inbreuk wettelijk geregeld zijn. En ook moeten de maatregelen proportioneel zijn en voldoen aan het subsidiariteitsvereiste: is de bedreiging van de volksgezondheid zodanig ernstig dat tot de inbreuk besloten moet worden en is er geen lichtere maatregel beschikbaar waarmee de volksgezondheid voldoende beschermd wordt?
Voor de op dit moment getroffen maatregelen bieden de bovengenoemde Wpg (Wet publieke gezondheid) en Wvr (Wet voor veiligheidsregio’s) een wettelijke basis. Op basis van deze wetten kan de regering opdrachten geven aan de burgemeesters en voorzitters van de veiligheidsregio’s om noodverordeningen uit te vaardigen. In die noodverordeningen staat dan bijvoorbeeld dat samenkomsten verboden zijn en dat instellingen als verpleeghuizen en dergelijke dicht moeten.
De regering heeft tijdens de coronacrisis een afweging tussen het algemeen belang van de volksgezondheid en de individuele mensenrechten gemaakt en tot deze maatregelen besloten
Effecten van de maatregelen en inbreuk van de grondrechten op de ouderen in verpleeghuizen
Het Trimbos instituut schrijft op 26 maart 2020 op haar website: ” Social distancing helpt verdere verspreiding van het coronavirus tegengaan, maar kan onder anderen bij ouderen ook leiden tot gevoelens van eenzaamheid. We weten dat eenzaamheid bij mensen met dementie een negatief effect heeft op gedrag en kwaliteit van leven. Wanneer het geheugen hen in de steek laat, vinden mensen met dementie vaak troost en veiligheid bij de mensen om hun heen. Bekende gezichten van medewerkers, maar ook familie en vrienden zijn belangrijk. Familie en vrienden vormen de link naar de wereld buiten het verpleeghuis en naar het verleden. Ook bieden de bezoekjes van hun naasten vaak een houvast en structuur. Zeker in een wereld van dementie, waar iemand al zo veel heeft moeten inleveren en opgeven, worden deze momenten steeds belangrijker. ”
Niet verder beperken dan nodig is
Vrijheidsbeperkende maatregelen om verspreiding van het virus tegen te gaan moeten in een evenredige verhouding staan tot dat doel. Dat noemen we de proportionaliteiteis: de maatregelen mogen niet verder gaan dan nodig is om het doel te bereiken. Daarnaast moeten de maatregelen voldoen aan de subsidiariteitseis: is er geen minder ingrijpende maatregel beschikbaar waarmee de volksgezondheid voldoende beschermd wordt? Met het oog op deze twee eisen wijst de Raad van Europa alle 47 lidstaten er in een recent gepubliceerde ‘Mensenrechten en COVID-19’-toolkit op dat het van belang is om de vrijheidsbeperkende maatregelen in duur te beperken tot het moment waarop het besmettingsgevaar en het risico voor de volksgezondheid voldoende zijn ingedamd.
Verpleeghuizen krijgen te weinig aandacht en spullen
Opvallend is dat de maatregelen die genomen worden veelal gaan over de reguliere ziekenhuiszorg en de IC-afdelingen van ziekenhuizen en niet over verpleeghuizen. Deze huizen zouden vertegenwoordigd moeten zijn via Verenso in het Outbreak Management Team en dat was aanvankelijk niet zo, later wel. Verder is mij opgevallen dat het OMT niet op de hoogte is van de gezondheidskenmerken en gegevens van ouderen (Marcel Olde Rikkert RU Nijmegen zie het artikel in de Gelderlander ‘Ze hebben alleen doden en ic-bedden geteld, alsof dat het enige is dat er toe doet’.
Niet gekeken is naar het effect van het coronavirus op ouderen. Te veel is het land geleid door een soort militair commando van ministers, ic-artsen en virologen die te weinig oog hadden voor andere belangen. En het getuigt van een ‘ongekend weinig realisme’ als je werkelijk denkt dat er binnen afzienbare tijd een vaccin tegen corona is dat iedereen afdoende beschermt. Marcel Olde Rikkert heeft naar buiten toe lang zijn mond gehouden. ,,Maar’’, stelt de hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, ,,er is geen enkele reden om nog de paniekurgentie te blijven hanteren, geen enkele reden om het verhaal ‘we zijn in crisis’ te blijven voeden. Er is nu gelegenheid van elkaar te leren.’’ 24 mei 2020
Verpleeghuizen blijken (en ook de thuiszorg) geen gehoor te vinden in Den Haag als het gaat om het krijgen van beschermingsmaterialen en mondkapjes. Ook tests blijken pas na veel gedoe beschikbaar te komen voor verpleeghuispersoneel eind mei 2020.
Nienke Nieuwenhuizen zit als voorzitter van de vereniging van ouderengeneeskundigen Verenso in het Out break Management Team, de club die het kabinet adviseert over de aanpak van het coronavirus. Zij reageert op de kritiek.
"We weten dat deze mensen in de laatste fase van hun leven zijn", zegt ze over de verpleeghuisbewoners. "Dan kan je zeggen: kwaliteit gaat boven lengte van leven. De dood mag ook best komen, ja. Maar je hoeft de deuren niet wijd open te zetten."
Gebeurt dat wel, dan stormt het virus het verpleeghuis binnen en ontwricht het de hele zorg. "Ook wij moeten zorgen dat de curve afvlakt om de zorg aan te kunnen, net als de intensive cares. Krijg je te veel zieken, zowel bij bewoners als medewerkers, dan raakt de zorg overbelast. En die stond toch al onder druk door een tekort aan mensen."
Voordat de verpleeghuizen weer open gaan, moet er volgens haar aan drie criteria worden voldaan. De eerste: een daling van het aantal verpleeghuizen waar het virus is binnengekomen en minder besmettingen en sterftes. Daarnaast moeten medewerkers ruim toegang hebben tot beschermende middelen. "Dat was in het begin een van de redenen waarom wij zeiden: de bezoekersregeling is het enige knopje waaraan wij kunnen draaien." Het derde criterium is voldoende testen om zieken, zowel personeel als bewoners, op te sporen en hen te isoleren.
Toekomst: wat moet beter
De politiek:
er moet wel aandacht blijven voor de positie van ouderen. Ouderen zijn geen kostenpost …..
Het manifest van Hugo Borst en Carin Gaemers is in 2017 opgesteld en is in deze fase nog even urgent als toen:
Stop met het politiseren van verpleeghuiszorg. Ouderenzorg is geen schadepost maar een kwestie van fatsoen. Het is geen politiek thema maar een algemeen belang. Stel vast hoeveel zorgpersoneel nodig is om complete zorg te leveren. Pas het budget aan aan die norm. Aandacht is net zo belangrijk als verzorging en veiligheid Maak een einde aan de angstcultuur die bij teveel zorginstellingen heerst en garandeer een prettige werkomgeving. Verzorgenden en behandelaars moeten weer invloed krijgen op hun eigen werk. Zij weten het beste wat hun bewoners nodig hebben. Geef mantelzorgers de mogelijkheid direct maatregelen af te dwingen wanneer de kwaliteit van de zorg tekortschiet. De bestaande procedures zijn te beperkt en de looptijd is te lang.
Manifest februari 2017, punt 1, 2, 7 en 9
|
Verder is het belangrijk dat er aandacht is voor mensen in diverse fasen van leven. Daarom is het voor jongeren noodzakelijk dat Coalitie Y mee denkt over de toekomst en een plaats aan tafel eist bij het Outbreak Manangement Team en het kabinet. Niet alleen voor hen zelf maar ook als toekomstige hulpverleners in de zorg. Laat de diverse leeftijdsgroepen meedenken vanuit hun specifieke situatie.
De economie
Alle maakindustrie is vanwege efficiency en vooral economische overwegingen vertrokken naar Azië is de eerste vaststelling. Voorraden zijn een kostenpost dus die moeten zoveel mogelijk worden beperkt. De nadelige effecten daarvan hebben we gezien in de mondiale zoektocht naar beschermingsmaterialen, mondkapjes en beademingsapparatuur. Hieruit moeten conclusies worden getrokken die ons land beter voorbereid laten zijn op een ramp als het Covid19.
RIVM:
Het is noodzakelijke dat het RIVM meer kennis neemt van de situatie van ouderen via het kennisplatform en Verenso. De prioriteit hoort niet alleen bij de ziekenhuiszorg te liggen maar bij alle sectoren in de zorg: meer aandacht voor thuis, gehandicapte en ouderen zorg. Meer belanggroepen moeten worden betrokken bij beleid en besluitvorming.
Essentiële uitgangspunten voor mensen die in verpleeghuizen wonen voor de toekomst
1. Voeding, veiligheid en verzorging
Voeding en goede verzorging vormen een basisvoorwaarde voor het leven van ouderen.
Het eerste niveau zijn de “fysieke behoeften” oftewel de basis behoeften , zoals lucht, water, voedsel, drinken, warmte, slaap, seks en beweging. Deze basis behoeften houden verband met het evenwicht van het menselijk lichaam. Zonder bevrediging van de primaire behoeften, functioneren mensen niet goed. Er ontstaan blokkades en kunnen daardoor ziek worden. Elk mens is op zoek naar veiligheid, rust, geborgenheid en stabiliteit. Nadat wij in onze eerste behoefte zijn bevredigd gaan we op zoek naar veiligheid van ons lichaam en de veiligheid van hulpbronnen zoals bezittingen. Ook de behoeften aan gezondheid, werk en huisvesting spelen een rol. (niveau 1 en 2 van Maslow)
2. Beweging
Mensen, bewoners van verpleeghuizen, zijn opgesloten op de zelfde wijze als mensen in de gevangenis. Hier is sprake van vrijheidsberoving geweest.
Voor mensen, ook voor ouderen, is beweging een noodzakelijke levensvoorwaarde. Daarvoor hebben ouderen mensen (mantelzorgers en anderen uit hun omgeving) nodig. Personeel in de zorg heeft nu al de handen vol en zal de helpende hand van bezoek graag willen gebruiken.
3. Contact
Mensen zijn sociale wezens en hebben behoefte aan sociale contacten. Mensen willen erbij horen, we verlangen naar vriendschap, liefde, intimiteit en een gevoel van verbondenheid met anderen.
1500 Verpleeghuizen nemen allen de zelfde maatregelen half maart 2020: alles gaat op slot. Geen uitzonderingen iedereen ondergaat het zelfde lot. Volgens de Grondwet is het recht op privacy heilig. Thuis bezoek ontvangen, ook al woon je in een verzorgingshuis? Je mag zelf bepalen wie je op bezoek krijgt, stelt de Grondwet. Voor bewoners is er geen inspraak, zij mogen niet meepraten over de te nemen maatregelen, dat gaat via de cliëntenraad.
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen wilsbekwame bewoners en niet wilsonbekwame bewoners. Voor de hand zou het liggen om
a. met de wilsbekwame bewoners te overleggen wat ieder individueel wil en of dat kan worden gehonoreerd….
b. met de familie van wilsonbekwame personen moet overlegd worden op welke wijze er gehoor kan worden gegeven aan de voorgestelde RIVM richtlijnen.
4. Doel in het leven
Door het sluiten van verpleeghuizen zijn bij veel bewoners van verpleeghuizen doelen weg gevallen:
Terugblik en vooruitblik
Ik hoop dat mijn vriend van 91 jaar niet nog een keer een dergelijke periode behoeft mee te maken. Er zijn een aantal factoren die in de ouderenzorg en verpleeghuizen kunnen worden verbeterd. Hopelijk zal een evaluatie van de gehele corona crisis leiden tot een aanpak waarbij mensen in een verpleeghuis naar genoegen kunnen wonen. Ik hoop van harte dat we niet meer de dramatische situaties van de afgelopen maanden hoeven mee te maken.
De missie van de toekomst.
Prof. Dr. Kris Vissers Hoogleraar Pijn en palliatieve geneeskunde, anesthesioloog, voorzitter van het Radboud Expertisecentrum voor pijn en palliatieve geneeskunde, Radboud UMC
Andrà tutto bene
Marion van Weeren is als programmamaker verbonden aan de Nationale Onderwijsweek en hoofdredacteur van de Nationale Onderwijskrant.
“En toen kwam corona,” moet haast wel een van de meest uitgesproken zinnen van 2020 worden. Ook voor het onderwijs. Wat een schoolsluiting van drie weken leek te worden, werd er een van drie maanden. Voor sommige onderwijssectoren zelfs nog langer.
Met de sluiting van de scholen per 16 maart brak een periode aan van noodgedwongen thuisonderwijs. Basisscholen stelden in razend tempo thuiswerkpakketten samen, terwijl het voortgezet en vervolgonderwijs zoveel mogelijk overschakelden op online lessen. Zoveel mogelijk, want dat kon niet altijd. De praktische vakken waren een lastige, en soms onneembare, hobbel. Kook- en bakopdrachten kun je nog wel thuis doen. Maar voor een technische opdracht die specifiek gereedschap vereist, moet je net het geluk hebben dat jouw familie dat in huis heeft.
Die laatste zin raakt een teer punt. Door de ‘intelligente lockdown’ werden de verschillen zichtbaar in wat econome Barbara Baarsma ‘kanskracht’ noemt. Anders gezegd: de gelijke kansen van kinderen en jongeren in Nederland kwamen verder onder druk te staan. Er rezen zorgen over onderwijsachterstanden, en meer nog: over het ontstaan van (nog) grotere verschillen tussen leerlingen in een klas. Lees: verschillen tussen leerlingen die thuis in meer of juist in mindere mate de ondersteuning kregen die ze nodig hebben. Bovendien bleek het lastig om contact te krijgen en te houden met kinderen uit kwetsbare gezinnen. Het werd weer eens duidelijk: er zijn leerlingen voor wie de school een veiliger plek is dan thuis.
Terechte zorgen, maar het omgekeerde gebeurde ook. Er waren kinderen en jongeren die baat hadden bij minder contacturen, al waren het drastisch veel minder uren. Er waren kinderen en jongeren die projecten opzetten om mensen een hart onder riem te steken. Zat je op een school waar zelfwerkzaamheid de norm is en het onderwijs plaatsvindt op leerpleinen, dan had je het over het algemeen makkelijker. Dat gold voor de leerlingen én de leraren. Los daarvan ontstonden overal nieuwe invalshoeken voor schoolopdrachten. En voor velen kreeg het begrip ‘school’ een totale herwaardering: “Ik had nooit gedacht dat ik het zou zeggen, maar ik kan niet wachten tot ik weer naar school mag.”
Middenin deze, tamelijk tumultueuze, plotselinge stilte zetten onderwijsprofessionals hun schouders eronder om leerlingen in beeld te houden, letterlijk en figuurlijk. Dat is grotendeels gelukt. Leraren bekwaamden zich in online lesgeven. Het ‘thuisschoolmaatje’-project van een Utrechtse school werd een landelijk fenomeen. Leerlingen die het thuis te moeilijk hadden, mochten naar school komen. Net als de kinderen van mensen in vitale beroepen.
Laten we het ‘thuisschoolmaatje’-project eens nader bezien. Een school in Utrecht zette dit op om de negatieve gevolgen van kansenongelijkheid en thuisonderwijs het hoofd te bieden. De VO-raad pikte dit op en zorgde voor schaalvergroting naar landelijk niveau. Er werden regionale coördinatoren gevonden en mentoren geworven. Ik meldde me aan als thuisschoolmaatje voor de regio Nijmegen en kreeg een week of vier voor de zomervakantie contact met een vmbo-scholier.
Alle contact verliep online, wat uitdagend was, maar zeker niet ondoenlijk. Het thuisschoolmaatje-project is inmiddels voltooid en heeft in Nijmegen een vervolg gekregen bij School’s Cool, dat in deze regio de coördinatie deed. Zonder ‘intelligente lockdown’ hebben we inmiddels offline contact. En eerlijk is eerlijk, dat is levendiger. Dankzij corona is dit een verrijking van mijn leven en ik vermoed dat vele anderen er net zo in staan. Een positief effect van de huidige tijd dus.
Zoals de Italianen zeggen: “Andrà tutto bene.” Alles komt goed.
Deze tekst is een lichte bewerking van de tekst ‘Over deze editie’ op pagina 25 van de Nationale Onderwijskrant. De pdf van de najaarseditie 2020 is hier in te zien: https://www.nationaleonderwijsweek.nl/web/filemanagement/NOW20_KRANT_najaar_2020_DEF.pdf
We leven in een tijd waarin we even moeten nadenken.
Juut Meijer, pastor van de Dominicus
Studeerde theologie in de kritische jaren ’70. Aan de VU volgde zij de predikantsopleiding en pastorale psychologie, aan de UvA bijbelse vakken en bevrijdingstheologie, aan de KTHA inleiding jodendom. Zij was enige tijd lid van Christenen voor het Socialisme en kwam in contact met de basisbeweging waar de Dominicus bij betrokken was. Tussen 1983 en 1994 was zij als voorganger en deeltijd-pastor verbonden aan de Dominicus. In 2006 werd zij pastor in een tweede termijn, waarin zij zich verder toelegde op het pastoraat en de biografie van geloof en ongeloof. De Dominicus, waar zowel het persoonlijke als het maatschappelijke er toe doet, heeft haar hart.
Juut heeft als schrijver van liedteksten en bestuurder een bijdrage geleverd aan het NieuwLiedFonds.
Juut begon haar werk in het godsdienstonderwijs en legde zich toe op volwasseneneducatie (o.a. vrouw en geloof) en kringenwerk onder studenten. Zij is getrouwd en heeft drie kinderen. Van 1994 tot 1996 woonde zij met haar gezin in Zuid-India, waar zij vergelijkende godsdiensten studeerde en zich verdiepte in de Hindoemystiek. Na haar terugkeer werkte ze twaalf jaar als studentenpredikant voor studenten en vluchteling-studenten uit Azië, Afrika en Latijns Amerika.
Beluister hieronder de podcast die gemaakt is van een interview met Juut Meijer voor het programma Waarheen, waarvoor van NH Radio
Uitzichtloos?
Nicolette Hijweege is werkzaam als coördinator vrijwilligers en trainer bij het Centrum Ontmoeting in Levensvragen, onderdeel van Sterker Sociaal Werk
Na de verzengende hitte van half augustus, nadert de zomer 'ineens’ haar einde. Een nieuw werk- en school- en activiteitenjaar vangt aan. Tijd verstrijkt, onverstoorbaar. Periodisering, de tijd indelen in periodes, is des mensen. Schokkende gebeurtenissen leiden er in menselijke betekenisgeving toe dat we de tijd indelen in er-voor en er-na. Soms anticiperen we ook op dat er-na. Zo was het bij mij in coronatijd. Van maart tot en met de zomer ‘wisten’ we ongeveer waar we aan toe waren: social distancing, thuis werken. We leefden ergens naar toe, de tijd was afgebakend en daarmee had het uithouden een perspectief. Na de zomer als alles weer zou gaan starten, zouden we wel verder zien. En nu is het zover en het perspectief lijkt nog niet echt veranderd; er zit wél minder rek in mijn ervaren. Ik lijk niet de enige.
We krijgen op dit moment relatief veel aanvragen voor gesprekken. Uitzichtloos, zo wordt de situatie getypeerd. “Als ik mijn kleinkinderen niet meer mag omarmen of op schoot nemen”; “als ik geen kaartje kan leggen met mijn vrienden”; “als mijn vriendin me niet durft te bezoeken omdat ze bang is dat we elkaar besmetten, kan ik het verlies aan gezondheid, de pijn, de stilte niet verdragen. Hoe lang nog, ik hou het niet meer vol. Zo hoeft het niet meer.” “Wie ben ik nou nog” en ook “voor wie ben ik er nog”; “waartoe ben ik nu (nog) geroepen”. Ik stamel en geef mijn gesprekspartners terug: “… geen gemakkelijk antwoord”, “… zoektocht”, “… met wat er nu is, uzelf en het leven opnieuw uitvinden”.
Voor wie zoekt naar passende en directe oplossingen, zijn dit onbevredigende antwoorden. De zoektocht, het uitvinden is immers niet altijd aantrekkelijk, noch gemakkelijk. Je struikelt gemakkelijk, loopt schrammen en builen op, al met al allerminst glorievol, noch direct voorhanden. Iedere stap op jezelf herwinnen, blijven gaan, moed houden, om je heen kijken; een rustpunt zoeken, uithijgen, bijkomen en terugval voor lief nemen. Het leven leven, de wereld waarnemen, zorgdragen voor wat er op je eigen vierkante millimeter zorg nodig heeft. Niet in de grootsheid, maar in het aandachtig zijn en aandachtig invulling geven aan je dagen, kan roeping zich openbaren ….
Online aandacht voor zingeving en levensvragen: een profetisch alternatief?
Wim Smeets, Dienst Geestelijke Verzorging en Pastoraat Radboudumc en transmuraal netwerk ZINNET. Tevens lid van de Raad van Toezicht van het Stadsklooster.
Net als zoveel gemeenschappen sloten we in het voorjaar de deuren van onze oecumenische vieringen en bezinningsbijeenkomsten in het Radboudumc. Maandenlang stond alles in het teken van afstand houden en samenkomsten vermijden om de verspreiding van het Corona-virus tegen te gaan. Regelmatig kregen wij de vraag: zouden jullie niet online diensten aanbieden? Daar hebben we over nagedacht, maar uiteindelijk besloten om het niet te doen. Een dergelijk aanbod vonden we wel degelijk zinvol – nog altijd trouwens. Maar de vraag is: moeten wij dat doen?
Van verschillende zijden kreeg ik berichten over de mooie vieringen die vanuit het Stadsklooster op zondag online werden aangeboden. Zoveel zorg daaraan besteed, zulk een aansprekende inhoud! Complimenten voor al het werk dat daarvoor geleverd werd en wordt! Want juist in een crisisperiode worden mensen uitgedaagd om hun zingeving aan het leven te herijken. Wat gebeurt er toch met de wereld? Wat betekent het voor mij en ons om in vrijheid beperkt te worden? Hoe komen verhalen over ziekte en dood dichtbij en veraf bij mij binnen? Hoe houd ik me staande? Wat als één van mijn dierbaren of ikzelf besmet zou raken?
Op deze vragen zijn geen algemene antwoorden te verzinnen. Dat moet elk van ons voor zichzelf uitmaken. Het nodigt met andere woorden uit tot stilstaan bij je leven, bij wat van waarde is. Daarom is het zo zinvol dat vanuit levensbeschouwelijke gemeenschappen een aanbod ontwikkeld wordt dat kan ondersteunen bij deze zelfbezinning. In de bijbel, de koran of andere oude wijsheids-geschriften staat niets over Corona. Ik bedoel: directe antwoorden vind je er niet. Maar er staan wel allerlei dingen in over natuurrampen, over kwaad dat mensen treft. Vroeger dacht men dat deze dingen rechtstreeks door God naar mensen werd gezonden: om ze te straffen, om ze een les te leren. Er zijn nog altijd veel mensen die dat op die manier zo bekijken. Zelf geloof ik daar niet in. De joodse geleerde Harold Kushner heeft volgens mij deze opvatting – onder joden, christenen en moslims, maar ook bij andersgelovigen - voorgoed ontkracht in zijn boek ‘Als het kwaad goede mensen treft’. Ik kan niet geloven in een God die mensen een lesje wil leren door middel van een pandemie… Maar hoe bekijk je het dan wel?
Moeilijk in deze Corona-crisis is dat veel mensen op zichzelf en vaak in eenzaamheid teruggeworpen worden. Voor hen is het van levensbelang dat we via telefoon, videobellen of anderszins online contact zoeken en houden. Daarom is het werk van het Stadsklooster – net als dat van vele gelijkaardige organisaties – zo belangrijk! Een goed gesprek en inspirerende verhalen bieden een alternatief tegen isolatie en pessimisme. Daarom kan je het ook profetisch noemen, dat wil zeggen: een boodschap van hoop. Het Stadsklooster maakt gemeenschapsvorming online mogelijk. Zoals ik aan het begin zei: dat hoeven we dus niet over te doen. Maar wat dan wel? In onze Dienst en binnen ZINNET, het transmuraal netwerk voor zingeving en levensvragen in de regio, zijn we begonnen met een podcast, De Krachtbron (te vinden via Anchor.fm of op Youtube). Daarin laten we mensen aan het woord over hun leven in deze moeilijke tijd, hoe zij zin vinden. Misschien nodigt dit ook u uit om uw verhaal te delen? Want dat is denk ik het profetische: te midden van de bulk aan informatie over het virus en de risico’s voor de lichamelijke gezondheid, moeten we ons ook blijven richten op wat er wezenlijk toe doet voor ons leven. En daarin blijft het delen van zingevingsverhalen van levensbelang!
Corona vraagt iets anders van ons dan we gewend waren.
Janique Scharenborg studeert Master Onderwijs & Innovatie, Vrije Universiteit Amsterdam;
Werkt als onderwijsinnovator bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen;
En is actief betrokken bij de Innovatieagenda Ieder Talent Telt.
Ieder Talent Telt is de leer- en onderwijsinnovatieagenda van Nijmegen. Bij Ieder Talent Telt werken we samen als studenten, docenten, leerlingen, welzijnswerkers, pedagogen, organisaties en bestuurders om te zorgen dat iedereen zich kan ontwikkelen in wie hij/zij is.
Nieuwe initiatieven starten, hoe doen we dat bij Ieder Talent Telt?
Nou, gewoon, een appgroepje de wereld in slingeren met een tof idee, mensen erbij in die daar enthousiast van worden en dan ontstaan er verdere ideeën, verbinding en concrete acties. Yes, daar krijg ik energie van. Dan maken we samen maatschappelijke impact. En dat begint zó klein. Ieder Talent Telt blijft zoeken in hoe in te haken op actuele situaties en vraagstukken, wie en wat kunnen we met elkaar verbinden? Welke kansen en oplossingen zien we en wie zijn de personen daarvoor? Hey, ik ken nog wel iemand. Top, check, check! Dus ongeveer zo, doen we dat bij Ieder Talent Telt. En ook blijven we daar zoekende in.
We leven in een vreemde tijd, deze coronapandemie. Op het begin zaten velen van ons met open mond van verbazing en nieuwsgierigheid voor de tv te luisteren naar wat ons te wachten stond. Nu merk ik dat velen van ons hun mond open doen om tegengeluiden te geven ten opzichte van het huidige coronabeleid. In mijn ogen is het iets goeds dat er critici opstaan. Ik geloof erin dat dat de boel scherp houdt. Ook moeten we daarin kritisch zijn dat het goede gesprek wordt gevoerd. We worden deze tijd gedwongen om op een andere manier naar dingen te kijken, systemen worden losgeschud, er ontstaan veel (sociale) initiatieven, we zijn straks allemaal digitale talenten, leren ons te pletter, we hebben de schoonste huizen uit de geschiedenis en er is heel wat creativiteit en zelfbewustzijn losgekomen. Tevens is het spannend wat is en komen gaat. Deze situatie vraagt iets anders van ons dan we gewend waren. Of vroeg ons dagelijks leven eigenlijk ook al om iets anders? Willen we terug naar het oude normaal, of was dat op bepaalde vlakken niet zo ‘normaal’? Durven we nieuwe wegen in te slaan? Het oude, vertrouwde los te laten? Onzekerheid te omarmen en ruimte laten ontstaan voor mooie nieuwe dingen? En als we het hebben over het ‘nieuwe normaal’: hoe moet dat er dan uitzien? En vooral ook: wie willen we aan tafel als het gaat over die vraag? Ik denk aan wetenschappers, docenten, buurvrouwen, kinderen, ondernemers, studenten, metselaars, bestuurders etc. Omdat het hen allemáál aan gaat. Omdat je de waarde van perspectieven pas ziet als je ze toelaat. Omdat Ieder Talent Telt.
Meer weten over de Innovatieagenda Ieder Talent Telt?
Website https://www.iedertalenttelt.nl/
Artikel https://www.managementsite.nl/ieder-talent-telt
LinkedIn https://www.linkedin.com/company/ieder-talent-telt/?originalSubdomain=nl
'Niet terugvallen in de oude aanbidding van bekende patronen.'
Rob van Woerkom was leraar biologie en algemene natuurwetenschappen aan de school Notre Dame des Anges te Ubbergen. Na zijn pensionering is hij verbonden met Antonius van Paduakerk te Nijmegen. Tevens zit hij in het bestuur van de Stichting San Damiano (Pelgrimshuis), waarin hij samenwerkt met Stadsklooster Mariken.
Ik, corona?
Nee joh, laten we daar maar niet vanuit gaan!
Janique Scharenborg studeert Master Onderwijs & Innovatie, Vrije Universiteit Amsterdam;
Werkt als onderwijsinnovator bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen;
En is actief betrokken bij de Innovatieagenda Ieder Talent Telt
De nacht van 11 op 12 maart sliep ik slecht vanwege koorts, spier-, hoofd- en keelpijn en soms een longsteekje. Dit was een paar dagen na de eerste persconferentie over het verzoek om geen handen meer te schudden. En toch dacht ik: ik, corona? Nee joh, laten we daar maar niet vanuit gaan. Ik hoestte niet, had nergens last van met ademhalen en die longsteekjes vond ik discutabel: dat kon ook toeval zijn, toch? Vast een klein griepje. En trouwens, na twee dagen voelde ik me wel wat beter. Dus schreef ik een coronalied (zie linkje onderaan).
Een weekje later, donderdag 19 maart, was ik ineens erg snel uitgeput en kreeg ik last met ademhalen. Hmm, zou het dan toch?.. Momenten van zuurstofvermindering, ja die momenten vond ik eng. Maar ik wist ook: in paniek raken is geen optie want dan ga ik écht hyperventileren en dan wordt het ingewikkeld. Dus vertrouwen op mijn lichaam en blijven focussen op het ademhalen en dan ging het ook wel weer beter. Twee weken van verwondering over wat er met mijn lichaam gebeurde volgden, liggend op de bank. Gelukkig had ik een lieve vriendin die boodschapjes voor me deed. Telkens werd ik er emotioneel onder dat ze zo voor me klaar stond, lief. En ook andere vrienden vroegen me veel he het met me ging. Dat deed me zó goed.
Daarna begon het herstelproces. Twee weekjes, en dan kan ik er wel weer vol tegenaan, dacht ik. Ha.. ha.. Dat bleek te optimistisch. Vooral de eerste twee maanden (tot eind mei) was het herstellen zwaar: de huishoudelijke taken vormden de grootste uitdaging van de week. Ik was me bewust van elke handeling die ik maakte, na elke activiteit zoals de was opvouwen of douchen plande ik tien minuten rust in en zingen was ineens een stuk minder leuk door verminderde ademkracht. Dingen waar ik normaal gesproken niet over nádenk. Zittend op een stoel hield ik veel activiteiten wat langer vol. Mijn werkzaamheden heb ik geprioriteerd vanwege beperkte concentratie, maar die gingen redelijk goed omdat het niet fysiek is: heel fijn want daar krijg ik ook energie van.
Inmiddels zijn we vijf maanden verder en voor mijn gevoel ging het sinds juni met stappen vooruit. Mede dankzij hulp van de ‘coronafysio’ werk(te) ik aan het opbouwen van mijn conditie en ademkracht middels een apparaatje. Ik heb opnieuw grenzen moeten leren kennen en ben daar nog steeds mee bezig. Soms confronterend, bijvoorbeeld als ik na vijf minuten wandelen buiten zat bij te komen op een bankje en ik een aantal 80+’ers vrolijk voorbij zag lopen: jullie houden het langer vol dan ik! Maar het is ook oké. Ik zie het als dat ik een inkijkje heb mogen nemen in hoe het is om zo’n lang herstelproces te ervaren. En te merken wat ik nodig had en ook juist niet. Ik heb weer even ervaren hoe fijn het kan zijn om bewust meer tijd met mezelf door te brengen. Lekker mandala’s inkleuren, genieten van de zon, films kijken.. Ook heb ik me soms eenzaam gevoeld tijdens het herstelproces. Sinds een tijdje ben ik weer begonnen met sporten en zie ik gelukkig weer meer mensen in het echt, dat is fijn. Ik heb er vertrouwen in dat ik weer helemaal herstel!
*Coronalied dat ik heb geschreven in maart: https://www.youtube.com/watch?v=xvP-CPP3fvs
P.S. Waar mogelijk heb ik online mee kunnen doen met sociale initiatieven die ontstonden naar aanleiding van de coronapandemie. De innovatieagenda Ieder Talent Telt biedt een mooi platform voor dit soort initiatieven, daar vertel ik jullie ook snel meer over!
Het grootste wonder van deze tijd: "De economie kon stilgezet worden".
Kees van de Bosch (67) heeft eind zeventiger jaren psychologie gestudeerd aan de universiteit te Nijmegen. Hij was 10 jaar eindredacteur van Argos, het onderzoeksprogramma van VPRO radio. Momenteel is hij verbonden aan de Groene Amsterdammer. Elke week maakt hij een podcast bij een, in die week, verschenen artikel.
De verpleeghuizen weer op slot, dat nooit meer!!!
Jan Wolsing (1948) is als mantelzorger en contactpersoon intensief betrokken bij de zorg voor ouderen.
Jan is onderwijskundige van huis uit en leidde vanaf 1977 op voor diverse functies in het primair onderwijs ( Opleiding voor kleuterleidsters, de PABO en de afdeling Nascholing Dienstverlening Onderwijs van de HAN). Hij was als consultant van september 2004 tot november 2011 verbonden aan Fontys Hogescholen en verzorgde opleidingen gericht op diverse leidinggevende functies binnen scholen voor primair onderwijs. Vanuit Fontys was hij verbonden aan Magistrum Management Opleidingen. Hij begeleidde schoolleiders, leidinggevenden en managementteams bij vraagstukken op het terrein van management, leiderschap en organisatieontwikkleing.
Jan bekleedde en bekleedt diverse bestuursfuncties bij onderwijsorganisaties in de regio.
Jan speelt orgel bij het Clarissenklooster de Bron in Nijmegen en begeleidt de vieringen.
De verpleeghuizen weer op slot, ‘dat nooit meer’
In dit artikel analyseer ik de situatie die bewoners in een verpleeghuis hebben moeten meemaken. Daarbij vertrek ik vanuit een casus van een vriend die sinds februari 2020 in een verpleeghuis woont. Daarna verbreed ik de situatie in verpleeghuizen naar de communicatie van de directie van verpleeghuizen naar hun bewoners, de schending van mensenrechten en de negatieve effecten van de maatregelen naar de bewoners. Tevens stel ik vast dat de verpleeghuis zorg in naam hoog in het vaandel staat van het kabinet en het Outbreak Managementteam, maar stel ik vast dat de alle daagse praktijk op de laatste plaats komt, wanneer het om middelen en aandacht gaat.
Tot slot kijk ik naar de toekomst en geef een aantal suggesties die zouden helpen om de situatie naar de toekomst van de ouderenzorg c.q.. verpleeghuissector te verbeteren.
De verpleeghuizen weer op slot, dat nooit meer!!!
Dat was de titel van een artikel in de Gelderlander van zaterdag 13 juni 2020.
,,We moeten dan veel meer naar maatwerk toe'', zegt Koopmans. ,,Het opzetten van een quarantaine-afdeling voor besmette bewoners kan in de toekomst nog een noodzakelijke maatregel zijn. Maar nogmaals zo'n lange tijd mensen in isolement houden? Dat middel is gezien de beperkte levensverwachting van de meeste verpleeghuisbewoners erger dan de kwaal."
De bovenstaande quote is mij uit het hart gegrepen. Ik ben mantelzorger en contactpersoon van een vriend die sinds eind februari 2020 woont in een verpleeghuis in de regio. Op dinsdagmorgen 17 maart 2020 om 11 uur was ik de laatste bezoeker werd mij verteld. Vanaf dat moment mocht niemand er meer in of uit. Ik kreeg een email, in de onderstaande mail vallen een paar zaken op:
De ontwikkelingen rond het Coronavirus gaan snel, ook binnen het verpleeghuis bekijken we dagelijks welke maatregelen we moeten treffen of aanpassen. Helaas moeten we de voorzorgsmaatregelen die we u gisteren gestuurd hebben vandaag alweer aanscherpen. Hierover informeren wij u in deze brief.
Deze maatregelen gelden vooralsnog tot 6 april.
|
Wie wordt bedoeld met U? De bewoner, de contactpersoon… mij is dat niet duidelijk!
De directie verwijst naar maatregelen van het RIVM die de bewoners niet bekend zijn. Alle bewoners worden consequent op de zelfde wijze aangesproken, terwijl er grote verschillen zijn tussen bewoners en hun vermogen om te begrijpen wat er aan de hand is. Ze worden terloops geïnformeerd door zorgpersoneel waarbij niet duidelijk is welke informatie wordt gegeven.
De communicatie laat te wensen over
De communicatie met de bewoner en zijn of haar omgeving is beperkt en voor de bewoner niet duidelijk. Hij, mijn vriend, stelt vast dat de verzorging niet helder is in de informatie naar hem toe mede doordat zij geen beschermende kleding en geen mondkapjes dragen. Dat laatste vindt hij raar gezien alle gedoe op Tv over beschermende maatregelen.
Inmiddels hebben we half juni 2020 bereikt en ben ik nu vanaf 30 mei 2020 3 maal op bezoek geweest, elke week één bezoek van een uur ongeveer. De bovenstaande maatregelen hebben gegolden vanaf dinsdag 17 maart 2020 tot en met vrijdag 29 mei 2020, dat zijn tien en halve week. Stel je dat eens voor: dat je bijna 11 weken wordt opgesloten en alleen het verzorgend personeel ziet dat geen bescherming gebruikt anders dan handen wassen en desinfecteren.
Bovenstaande maatregelen werden rigoureus genomen voor alle bewoners in één keer, zonder overleg met de individuele bewoner. Mijn vriend is op geen enkele wijze bevraagd op wat hij wilde, wat hij ervan vond en niet betrokken bij besluitvormingsprocessen.
Koopmans heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen van de Lock down, het welbevinden van bewoners en medewerkers de afgelopen periode waarin de bezoekregeling werd versoepeld :
de provisorische contactmogelijkheden met raamgesprekken, praten achter plexiglas en beeldbellen waren niet meer dan een doekje voor het bloeden. Nu bezoeken in het eigen appartement weer vaker mag, wordt pas duidelijk hoeveel extra waarde fysieke nabijheid oplevert. ,,Waarbij de vertrouwde omgeving een gevoel geeft van privacy en de mogelijkheid om weer persoonlijke onderwerpen te bespreken."
Schending van de mensenrechten
In feite wordt in de situatie van mijn vriend een grondrecht geschonden: recht van bewegingsvrijheid. Om die schending te legitimeren komt de regering met noodverordeningen die door de burgemeester van de 25 regio’s worden ingesteld en gehandhaafd. Van belang is ook dat inspecties en onafhankelijke toezichthouders hun taak kunnen blijven uitvoeren. Er is bijvoorbeeld een mensenrechtelijke plicht om personen van wie de vrijheid is ontnomen voldoende te beschermen tegen het virus en toegang te garanderen tot adequate medische zorg in geval van besmetting. Die zorgplicht geldt voor mensen in gevangenissen en politiecellen, in vreemdelingenbewaring, maar ook voor mensen die in de praktijk ‘vastzitten’ in asielzoekerscentra of in (psychiatrische) ziekenhuizen, zorginstellingen of verpleeghuizen. Juist in dat soort situaties is controle en onderzoek door inspecties en onafhankelijke toezichthouders een belangrijk rechtsstatelijke waarborgmechanisme.
Hoe ver mogen maatregelen gaan? Mag dat allemaal?
(19-03-2020 College van de rechten van de mens www.sociaalweb.nl/nieuws: )
Het korte antwoord is: ja, alle bovengenoemde rechten en vrijheden mogen inderdaad beperkt worden door de overheid. Inbreuken op deze rechten kunnen gerechtvaardigd zijn. De bescherming van de volksgezondheid geldt doorgaans als een geaccepteerde rechtvaardigingsgrond. Wel moet de inbreuk wettelijk geregeld zijn. En ook moeten de maatregelen proportioneel zijn en voldoen aan het subsidiariteitsvereiste: is de bedreiging van de volksgezondheid zodanig ernstig dat tot de inbreuk besloten moet worden en is er geen lichtere maatregel beschikbaar waarmee de volksgezondheid voldoende beschermd wordt?
Voor de op dit moment getroffen maatregelen bieden de bovengenoemde Wpg (Wet publieke gezondheid) en Wvr (Wet voor veiligheidsregio’s) een wettelijke basis. Op basis van deze wetten kan de regering opdrachten geven aan de burgemeesters en voorzitters van de veiligheidsregio’s om noodverordeningen uit te vaardigen. In die noodverordeningen staat dan bijvoorbeeld dat samenkomsten verboden zijn en dat instellingen als verpleeghuizen en dergelijke dicht moeten.
De regering heeft tijdens de coronacrisis een afweging tussen het algemeen belang van de volksgezondheid en de individuele mensenrechten gemaakt en tot deze maatregelen besloten
Effecten van de maatregelen en inbreuk van de grondrechten op de ouderen in verpleeghuizen
Het Trimbos instituut schrijft op 26 maart 2020 op haar website: ” Social distancing helpt verdere verspreiding van het coronavirus tegengaan, maar kan onder anderen bij ouderen ook leiden tot gevoelens van eenzaamheid. We weten dat eenzaamheid bij mensen met dementie een negatief effect heeft op gedrag en kwaliteit van leven. Wanneer het geheugen hen in de steek laat, vinden mensen met dementie vaak troost en veiligheid bij de mensen om hun heen. Bekende gezichten van medewerkers, maar ook familie en vrienden zijn belangrijk. Familie en vrienden vormen de link naar de wereld buiten het verpleeghuis en naar het verleden. Ook bieden de bezoekjes van hun naasten vaak een houvast en structuur. Zeker in een wereld van dementie, waar iemand al zo veel heeft moeten inleveren en opgeven, worden deze momenten steeds belangrijker. ”
Niet verder beperken dan nodig is
Vrijheidsbeperkende maatregelen om verspreiding van het virus tegen te gaan moeten in een evenredige verhouding staan tot dat doel. Dat noemen we de proportionaliteiteis: de maatregelen mogen niet verder gaan dan nodig is om het doel te bereiken. Daarnaast moeten de maatregelen voldoen aan de subsidiariteitseis: is er geen minder ingrijpende maatregel beschikbaar waarmee de volksgezondheid voldoende beschermd wordt? Met het oog op deze twee eisen wijst de Raad van Europa alle 47 lidstaten er in een recent gepubliceerde ‘Mensenrechten en COVID-19’-toolkit op dat het van belang is om de vrijheidsbeperkende maatregelen in duur te beperken tot het moment waarop het besmettingsgevaar en het risico voor de volksgezondheid voldoende zijn ingedamd.
Verpleeghuizen krijgen te weinig aandacht en spullen
Opvallend is dat de maatregelen die genomen worden veelal gaan over de reguliere ziekenhuiszorg en de IC-afdelingen van ziekenhuizen en niet over verpleeghuizen. Deze huizen zouden vertegenwoordigd moeten zijn via Verenso in het Outbreak Management Team en dat was aanvankelijk niet zo, later wel. Verder is mij opgevallen dat het OMT niet op de hoogte is van de gezondheidskenmerken en gegevens van ouderen (Marcel Olde Rikkert RU Nijmegen zie het artikel in de Gelderlander ‘Ze hebben alleen doden en ic-bedden geteld, alsof dat het enige is dat er toe doet’.
Niet gekeken is naar het effect van het coronavirus op ouderen. Te veel is het land geleid door een soort militair commando van ministers, ic-artsen en virologen die te weinig oog hadden voor andere belangen. En het getuigt van een ‘ongekend weinig realisme’ als je werkelijk denkt dat er binnen afzienbare tijd een vaccin tegen corona is dat iedereen afdoende beschermt. Marcel Olde Rikkert heeft naar buiten toe lang zijn mond gehouden. ,,Maar’’, stelt de hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, ,,er is geen enkele reden om nog de paniekurgentie te blijven hanteren, geen enkele reden om het verhaal ‘we zijn in crisis’ te blijven voeden. Er is nu gelegenheid van elkaar te leren.’’ 24 mei 2020
Verpleeghuizen blijken (en ook de thuiszorg) geen gehoor te vinden in Den Haag als het gaat om het krijgen van beschermingsmaterialen en mondkapjes. Ook tests blijken pas na veel gedoe beschikbaar te komen voor verpleeghuispersoneel eind mei 2020.
Nienke Nieuwenhuizen zit als voorzitter van de vereniging van ouderengeneeskundigen Verenso in het Out break Management Team, de club die het kabinet adviseert over de aanpak van het coronavirus. Zij reageert op de kritiek.
"We weten dat deze mensen in de laatste fase van hun leven zijn", zegt ze over de verpleeghuisbewoners. "Dan kan je zeggen: kwaliteit gaat boven lengte van leven. De dood mag ook best komen, ja. Maar je hoeft de deuren niet wijd open te zetten."
Gebeurt dat wel, dan stormt het virus het verpleeghuis binnen en ontwricht het de hele zorg. "Ook wij moeten zorgen dat de curve afvlakt om de zorg aan te kunnen, net als de intensive cares. Krijg je te veel zieken, zowel bij bewoners als medewerkers, dan raakt de zorg overbelast. En die stond toch al onder druk door een tekort aan mensen."
Voordat de verpleeghuizen weer open gaan, moet er volgens haar aan drie criteria worden voldaan. De eerste: een daling van het aantal verpleeghuizen waar het virus is binnengekomen en minder besmettingen en sterftes. Daarnaast moeten medewerkers ruim toegang hebben tot beschermende middelen. "Dat was in het begin een van de redenen waarom wij zeiden: de bezoekersregeling is het enige knopje waaraan wij kunnen draaien." Het derde criterium is voldoende testen om zieken, zowel personeel als bewoners, op te sporen en hen te isoleren.
Toekomst: wat moet beter
De politiek:
er moet wel aandacht blijven voor de positie van ouderen. Ouderen zijn geen kostenpost …..
Het manifest van Hugo Borst en Carin Gaemers is in 2017 opgesteld en is in deze fase nog even urgent als toen:
Stop met het politiseren van verpleeghuiszorg. Ouderenzorg is geen schadepost maar een kwestie van fatsoen. Het is geen politiek thema maar een algemeen belang. Stel vast hoeveel zorgpersoneel nodig is om complete zorg te leveren. Pas het budget aan aan die norm. Aandacht is net zo belangrijk als verzorging en veiligheid Maak een einde aan de angstcultuur die bij teveel zorginstellingen heerst en garandeer een prettige werkomgeving. Verzorgenden en behandelaars moeten weer invloed krijgen op hun eigen werk. Zij weten het beste wat hun bewoners nodig hebben. Geef mantelzorgers de mogelijkheid direct maatregelen af te dwingen wanneer de kwaliteit van de zorg tekortschiet. De bestaande procedures zijn te beperkt en de looptijd is te lang.
Manifest februari 2017, punt 1, 2, 7 en 9
|
Verder is het belangrijk dat er aandacht is voor mensen in diverse fasen van leven. Daarom is het voor jongeren noodzakelijk dat Coalitie Y mee denkt over de toekomst en een plaats aan tafel eist bij het Outbreak Manangement Team en het kabinet. Niet alleen voor hen zelf maar ook als toekomstige hulpverleners in de zorg. Laat de diverse leeftijdsgroepen meedenken vanuit hun specifieke situatie.
De economie
Alle maakindustrie is vanwege efficiency en vooral economische overwegingen vertrokken naar Azië is de eerste vaststelling. Voorraden zijn een kostenpost dus die moeten zoveel mogelijk worden beperkt. De nadelige effecten daarvan hebben we gezien in de mondiale zoektocht naar beschermingsmaterialen, mondkapjes en beademingsapparatuur. Hieruit moeten conclusies worden getrokken die ons land beter voorbereid laten zijn op een ramp als het Covid19.
RIVM:
Het is noodzakelijke dat het RIVM meer kennis neemt van de situatie van ouderen via het kennisplatform en Verenso. De prioriteit hoort niet alleen bij de ziekenhuiszorg te liggen maar bij alle sectoren in de zorg: meer aandacht voor thuis, gehandicapte en ouderen zorg. Meer belanggroepen moeten worden betrokken bij beleid en besluitvorming.
Essentiële uitgangspunten voor mensen die in verpleeghuizen wonen voor de toekomst
1. Voeding, veiligheid en verzorging
Voeding en goede verzorging vormen een basisvoorwaarde voor het leven van ouderen.
Het eerste niveau zijn de “fysieke behoeften” oftewel de basis behoeften , zoals lucht, water, voedsel, drinken, warmte, slaap, seks en beweging. Deze basis behoeften houden verband met het evenwicht van het menselijk lichaam. Zonder bevrediging van de primaire behoeften, functioneren mensen niet goed. Er ontstaan blokkades en kunnen daardoor ziek worden. Elk mens is op zoek naar veiligheid, rust, geborgenheid en stabiliteit. Nadat wij in onze eerste behoefte zijn bevredigd gaan we op zoek naar veiligheid van ons lichaam en de veiligheid van hulpbronnen zoals bezittingen. Ook de behoeften aan gezondheid, werk en huisvesting spelen een rol. (niveau 1 en 2 van Maslow)
2. Beweging
Mensen, bewoners van verpleeghuizen, zijn opgesloten op de zelfde wijze als mensen in de gevangenis. Hier is sprake van vrijheidsberoving geweest.
Voor mensen, ook voor ouderen, is beweging een noodzakelijke levensvoorwaarde. Daarvoor hebben ouderen mensen (mantelzorgers en anderen uit hun omgeving) nodig. Personeel in de zorg heeft nu al de handen vol en zal de helpende hand van bezoek graag willen gebruiken.
3. Contact
Mensen zijn sociale wezens en hebben behoefte aan sociale contacten. Mensen willen erbij horen, we verlangen naar vriendschap, liefde, intimiteit en een gevoel van verbondenheid met anderen.
1500 Verpleeghuizen nemen allen de zelfde maatregelen half maart 2020: alles gaat op slot. Geen uitzonderingen iedereen ondergaat het zelfde lot. Volgens de Grondwet is het recht op privacy heilig. Thuis bezoek ontvangen, ook al woon je in een verzorgingshuis? Je mag zelf bepalen wie je op bezoek krijgt, stelt de Grondwet. Voor bewoners is er geen inspraak, zij mogen niet meepraten over de te nemen maatregelen, dat gaat via de cliëntenraad.
Er moet onderscheid gemaakt worden tussen wilsbekwame bewoners en niet wilsonbekwame bewoners. Voor de hand zou het liggen om
a. met de wilsbekwame bewoners te overleggen wat ieder individueel wil en of dat kan worden gehonoreerd….
b. met de familie van wilsonbekwame personen moet overlegd worden op welke wijze er gehoor kan worden gegeven aan de voorgestelde RIVM richtlijnen.
4. Doel in het leven
Door het sluiten van verpleeghuizen zijn bij veel bewoners van verpleeghuizen doelen weg gevallen:
Terugblik en vooruitblik
Ik hoop dat mijn vriend van 91 jaar niet nog een keer een dergelijke periode behoeft mee te maken. Er zijn een aantal factoren die in de ouderenzorg en verpleeghuizen kunnen worden verbeterd. Hopelijk zal een evaluatie van de gehele corona crisis leiden tot een aanpak waarbij mensen in een verpleeghuis naar genoegen kunnen wonen. Ik hoop van harte dat we niet meer de dramatische situaties van de afgelopen maanden hoeven mee te maken.
Copyright © 2019 Stadsklooster Mariken | Website: Webheld.nl