Viering zondag 22 augustus: Naar wie zouden we moeten gaan?

Eerste lezing: Johannes 6, 60-69
Evangelie: Jozua 24, 1-18

Overweging

Misschien vinden we Maria een beetje ouderwets, maar zij is juist de draagster van een nieuwe wereld. We hebben Maria in een zoetsappig hokje gestopt waar zij ons zogenaamde vrouwelijke eigenschappen moet voorspiegelen zoals bedeesdheid, dienstbaarheid en braafheid – maar als zij daadwerkelijk zo bedeesd, dienstbaar en braaf zou zijn geweest dan was er van God niets terecht gekomen. Misschien zaten we dan niet eens hier om ons met elkaar te bezinnen op hoe een nieuwe wereld in Gods zin gestalte kan
krijgen.

Een wereld namelijk zoals Maria die zelf verkondigt: een wereld zonder baas en bovenbaas. We hebben haar visioen net samen uitgesproken: wie zich verheven wanen worden uiteen gedreven, heersers vallen van hun troon. Maar wie gering zijn krijgen aanzien, wie honger heeft wordt overladen met gaven en de rijken blijven met lege handen achter.

Wat het IPCC-rapport voor het klimaat is, dat is haar magnificat voor onze wereld. Het moet heel anders en het kan ook heel anders. Er komt een nieuwe wereld waar wij met z’n allen in vrede en geluk kunnen leven.

Onze eerste lezing uit Openbaringen geeft al helemaal geen aanleiding om van Maria een inschikkelijk en braaf meisje te maken. Hier is zij de kosmische oermoeder van het heelal. ‘Bekleed met de zon, met de maan onder haar voeten en een krans van twaalf sterren op haar hoofd’. De hele kosmos, zon, maan en sterren, met daarin de kleine aardbol van onze wereld als lichaam van Maria.

– Hoe zou onze wereld eruitzien als we onszelf zagen niet als heerser, maar als onderdeel van één lichaam van alles wat er bestaat. Als we ons niet boven de ander en boven de materie zouden stellen, maar als we ons verbonden wisten met elkaar en met de aarde? Paus Franciscus heeft dat in zijn encycliek Laudato si indringend onder woorden gebracht. –

Maar het beeld is nog niet af. Nu verschijnt het kwaad ten tonele. Een vuurrode draak met zeven koppen en op elke kop een kroon. Inderdaad hoe vaak moeten we toegeven dat het kwaad regeert. En hoe vaak denk je niet dat je het kwaad en tegenslag hebt overwonnen, maar dan steekt het toch weer de kop op en blijkt het inderdaad zeven koppen te hebben.. Dan val je terug in oude patronen, waarvan je dacht dat je die achter je had gelaten. Dan hebben jullie een ruzie uitgepraat, maar dan lukt het je toch niet om weer te vertrouwen. Dan steekt je ziekte toch weer de kop op. Dan raak je toch weer verstrikt in spookbeelden uit het verleden.

Maar tegenover die draak met zijn zeven koppen, tegen alle krachten van het kwaad in, baart Maria de nieuwe wereld. In het beeld hier ziet u het uitgebeeld. Maria met het kind, de zon om haar heen, een krans van sterren op haar hoofd. Onder haar voeten de maansikkel en de draak die zij met haar voeten in bedwang houdt. De oermoeder, de belichaming, de draagster van de nieuwe wereld.

We vieren vandaag Maria hemelvaart, en in beelden en schilderijen zien we vaak dat Maria dan plaatsneemt naast de vader, de zoon en de heilige geest. Maar als we ooit in de hemel komen zou het ons
dan wel zo verbazen als we daar alleen Maria zouden aantreffen? We doen de Mariaverering vaak af als volksdevotie, maar ‘wie gering is geeft hij aanzien’, zegt Maria. Zou het dan niet kunnen dat het volk het misschien toch bij het rechte eind heeft?

Maar hoe dan ook, Maria brengt ons een nieuwe wereld, zij is de draagster van de nieuwe wereld. ‘Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen’, zegt zij zelf, en inderdaad we moeten ons in onze handjes knijpen dat Maria ons en de hele wereld op een nieuw spoor zet. En meer nog, we kunnen onszélf gelukkig prijzen, want als vrouw van vlees en bloed maakt zij ook ons, mensen van vlees en bloed, tot dragers van de nieuwe wereld.

In het mythologische beeld van Maria als oermoeder en als lichaam van het heelal zijn we al onderdeel van Maria. En in haar magnificat zijn het de geringen die het verschil maken. Mogen we dragers zijn van een nieuwe wereld.

Ekkehard Muth, 22 augustus 2021Ken je dat? Je komt terug van vakantie en je probeert nog een beetje het vakantiegevoel vast te houden. Nog even net zo ontspannen naar het leven blijven kijken zoals je dat op vakantie ook deed. Nog even de dingen vanuit een ander perspectief bekijken. En sowieso heb je je voorgenomen om bepaalde dingen voortaan heel anders te doen. –

Maar nog voor dat je je koffer goed en wel hebt uitgepakt wordt het een flinke net-terug-van-vakantie-spagaat. Je wilt het vakantiegevoel vasthouden, maar je zit weer in dezelfde molen als voor je vakantie ook. Je wilt ontspannen blijven maar na het eerste telefoontje sta je weer op scherp. Je wilt juist anders tegen de dingen aankijken, maar binnen de kortste keren doe je alles weer zoals je het altijd hebt gedaan.

Jozua en de Israëlieten zijn bijeen in een volksvergadering. En Jozua kijkt terug op de weg die Israël fysiek, maar vooral ook geestelijk heeft afgelegd. Weten jullie nog, toen jullie nog ten oosten van hier woonden? Jullie ‘dienden andere goden.’ Maar intussen is er heel wat gebeurd. God heeft zich laten zien, hij heeft ons uit Egypte bevrijd, hij is met ons door de woestijn getrokken en heeft ons uiteindelijk dit vruchtbare land gegeven. Van onze oude goden moesten we het niet hebben. Dus ‘nu dan, eerbiedig de Heer en doe de goden weg die uw voorouders hebben gediend.’

Als je dat zo leest dan zou je bij deze volksvergadering bijna denken aan een missionair festival met als doel om je te bekeren. Maar Jozua kijkt hier terug op een proces van generaties waarin de stammen van Israël hun bestaan als rondtrekkende nomaden stukje bij beetje hebben ingeruild voor een gesetteld bestaan. Je kan het vergelijken met onze geschiedenis hoe wij na de grote volksverhuizing uiteindelijk hier terecht zijn gekomen. En net als Israël hebben ook wij tegenwoordig een ander geloof dan onze verre voorouders.

En als Jozua vandaag de dag naar ons zou kijken, dan zou hij ontdekken dat ons joods-christelijk geloof opnieuw aan het opschuiven is. Hij zou wellicht zien dat in onze geseculariseerde samenleving het geloof in iets overstijgends steeds meer ingeruild wordt voor het geloof in het materiële.

Hoe groot is de schade van de overstromingen in Zuid-Limburg? Hoe groot is de schade in Haïti. Alsof we het leed en de nood pas echt kunnen bevatten wanneer er een prijskaartje aan gehangen kan worden. Het is minder druk op Schiphol; je zou denken: dat is toch alleen maar goed. Maar omdat we er door een economische bril naar kijken is het dus niet goed. De NS maakt veel minder omzet. Nu is het de bedoeling van het openbaar vervoer om voor het nodige vervoer te zorgen. Maar omdat we het ov gecommercialiseerd hebben is het behalen van omzet belangrijker geworden dan het vervoer zelf. – De augustijns Maarten Luther heeft ooit gezegd: ‘waaraan je je hart verpandt, dat is je god’. Welke goden zou Jozua bij ons ontdekken?

We hebben 20 jaar in Afghanistan gezeten, onze eigen militairen hebben daar hun leven gelaten of zijn gewond en getraumatiseerd geraakt. Het westen wilde het land uit de klauwen van de middeleeuwse taliban bevrijden. Ik ben geen analist, maar ik vraag me af of de snelheid van de opmars van de taliban niet ook te maken kan hebben met dat het westerse geloof in de materie niet echt zo’n verleidelijk alternatief is. En dat veel mensen stiekem wellicht denken: dan maar liever terug naar de islam, ook al maken de taliban van de islam een letterlijk, en daarmee net zo materialistisch gedrocht, waar al het overstijgende uit weg is gesneden.

In onze lezing uit het Johannesevangelie houdt Jezus net als Jozua ook een terugblik. Uitgebreid heeft hij het juist over het niet-materiële in ons bestaan. Hij heeft het over de mystieke verbondenheid van ons met God. ‘Wie mijn lichaam eet en mijn bloed drinkt, blijft in mij en ik blij in hem. Ik leef door de Vader; en zo zal wie mij eet, leven door mij.’ –

Voor veel van zijn volgelingen wordt de spagaat te groot. Ze kunnen zich er ook niet goed iets bij voorstellen. – Het is een beetje als wanneer je na je vakantie het gevoel hebt dat je de dingen anders wilt gaan doen, maar je weet eigenlijk niet zo goed hoe. – Dan blijven ze maar liever bij aardse zaken. Eén voor één druipen ze af. Totdat de twaalf leerlingen overblijven. ‘Willen jullie soms ook weggaan?’ En Petrus geeft antwoord: ‘Naar wie zouden we moeten gaan?’

Naar wie zouden we moeten gaan? Naar het middeleeuws geloof van onze voorouders? Naar de lege materie? Naar ‘zo hebben we het altijd gedaan’? Naar de oude molen die we zo zat zijn? –

Dan maar liever die constante net-terug-van-vakantie-spagaat. Dan maar liever het brood wat voor een nieuwe wereld staat, maar tegelijkertijd weten we niet goed hoe die eruit zal zien. Dan maar liever de wijn van een nieuwe geest, maar tegelijkertijd hebben we geen idee wat die inhoudt. Dan maar liever de onrust van het verlangen dat het anders kan, terwijl we toch weer vastzitten in onze oude patronen. Dan maar liever het vermoeden dat we meer waard zijn dan alle geld en materie bij elkaar, terwijl ons dan toch weer de cijfers van de verzekeraars om de oren vliegen. Dan maar liever het geloof in wat onszelf overstijgt en wat ons uittilt boven het dagelijkse gedoe, terwijl we maar dapper met het dagelijks gedoe blijven dealen.

Geloven en geloofsgemeenschap zijn lijkt continu een net-terug-van-vakantie-spagaat. Maar zouden we het anders willen? Naar wie anders zouden we moeten gaan?

Ekkehard Muth, 22 augustus 2021