Matteüs 2, 12-23
Jesaja 8, 23b – 9, 3

 

Ik heb het al eens eerder verteld, voor dat ik naar Nederland kwam ‘stond’ ik als dominee in drie kleine wijndorpjes iets ten zuiden van Bingen. En het kleinste van de drie was het dorpje waar in 1098 Hildegard von Bingen geboren werd. Bermersheim, zo heet dat dorpje, was toen niet meer dan een enkele boerderij, een onbeduidend gehucht ergens tussen de heuvels. Zeg maar een soort Zebulon en Naftali, twee van de kleinste stammen van Israël.

Maar in dit vergeten gehucht kreeg de jonge Hildegard last van het licht. Steeds vaker kreeg zij van die visioenen waar ze zich geen raad mee wist. Vreemde gewaarwordingen van de hemel die zo helemaal niet strookten met de werkelijkheid daar op het platte land tussen de heuvels. Ze had er echt last van, regelmatig werd ze er ook letterlijk ziek van, want als je de hemel mag schouwen dan is dat voor een mens eigenlijk niet te dragen. Als je in duisternis leeft, dan is het gewoon te veel licht.

Later werd zij de grote Duitse mystica, en zij stichtte wel twee kloosters. Op de plek van het eerste klooster staat een grote kapel. En haar tweede klooster, dat is tegenwoordig de grote Abdij Sint Hildegard bij Bingen. Als een licht troont de abdij boven het Rijndal.

Ik vertel dat vanwege twee aanknopingspunten. Het eerste punt is: het gebeurt altijd buiten de schijnwerpers. Zebulon en Naftali, dat waren twee van de kleinste stammen van Israël. Ze hadden ook maar een klein grondgebied waar zij rondtrokken. En zij waren duidelijk de underdogs, ze werden ‘smadelijk bejegend’, zoals Jesaja schrijft.

Maar juist daar gaat het gebeuren, zegt Jesaja, ‘land van Zebulon en Naftali, luister:’ ‘het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht.’ Op wikipedia staat over Hildegard dat zij geboren zou zijn op het slot van Bermersheim, maar dat was het echt niet. Het was werkelijk niet meer dan een boerderij met wellicht een muur erom heen. En in dat vergeten gehucht was zij ook nog eens het tiende kind waar eigenlijk niemand meer naar omkeek. – Maar juist daar gebeurt het. Daar in de duisternis van het platte land zag zij een groot licht.

En het tweede is het verhaal van de stichting van het eerste klooster op de Rupertsberg bij Bingen. Met een aantal zusters gingen ze toen in de bossen kamperen. En het eerste wat zij bouwden was de kapel. Dus niet eerst geriefelijke woonvertrekken, nee, eerst de kapel. Zoals Hildegard altijd al hadden zij allemaal last van het licht. Eerst moest het huis voor het licht af, al moesten de zusters jarenlang in tenten kamperen.

Het begint ermee dat je in het licht gelooft. Misschien moest Hildegard daarbij aan haar ouders denken die bij dat wonderlijke kind van hen toch maar in het licht bleven geloven. Ze stuurden hun kind wat zoveel last had van het licht naar school bij de benedictinessen. Daar kon zij uitgroeien tot de profetes en kon zij uiteindelijk het licht doorgeven in vele geschriften, in de geneeskunde en in de muziek – tot op de dag van vandaag.

Het gebeurt niet op de grote plaatsen die toch al in de schijnwerpers staan, nee het begint in die onbeduidende gebieden van Zebulon en Naftali waar iedereen grapjes over maakt. Het begint ergens in een gehucht tussen de heuvels.

En het begint ermee dat je in het licht gelooft. Dat je midden in de donkere bossen je tent opslaat en dat je daar begint een huis voor het licht te bouwen. Dat je net als Jesaja in roerige tijden – de Assyriërs stonden net als tegenwoordig de Russen klaar om het land binnen te vallen – dat je in die duisternis durft te roepen: ‘het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht.’

Het begint in een stal in Bethlehem, een plaatsje van niks. Het begint ermee dat Johannes de Doper, de verkondiger van het licht, in de gevangenis belandt en dat Jezus uitwijkt naar, jawel, het land van Zebulon en Naftali. En daar begint hij aan zijn roeping: ‘het koninkrijk van de hemel is nabij.’

Misschien begint het ermee dat ook wij een beetje last krijgen van het licht, want gelovigen van welke godsdienst dan ook zijn toch een beetje de Zebulon’s en Naftali’s van deze tijd geworden. Het begint misschien hier in deze kapel waar je net als de zusters rondom Hildegard von Bingen een beetje doorgewinterde kampeerders moet zijn. En het begint ermee dat we gelóven in het licht. ‘Het volk dat in duisternis ronddoolt ziet een schitterend licht.’ En laat dat licht op zo’n nieuwe manier weerkaatst worden dat onze roeping in een volstrekt nieuw licht komt te staan. Zo moge het zijn.

Ekkehard Muth, 22 januari 2023