Matteüs 18, 15-20Ezechiël 33, 7-9
Kan je ruzie maken uit verantwoordelijkheid? – Ons evangelie klinkt als een soort zelfhulpboek over ruzie maken. Na ons Augustinusfeest waar iedereen van ons een sleutel heeft gekregen, reikt het bij wijze van spreken een sleutel aan om gesloten deuren weer open te krijgen. Als iemand tegen je zondigt, dan moet je de volgende stappen doorlopen. Stappen om het geschil op te lossen. Maar het kan ook zijn dat na deze stappen jullie wegen gewoon scheiden.
En toch is het belangrijk om die stappen te doorlopen, want het gaat niet alleen om jullie individuele ruzie, het gaat misschien ook niet eens om jullie geschil, maar het gaat ook om de gemeenschap. Het gaat er niet alleen om dat jullie je eigen ruzie bijleggen, nee je moet een stap verder gaan: het gaat erom dat je elkaar behoudt voor de gemeenschap.
Dat is ook de insteek van onze eerste lezing. De profeet Ezechiël wordt geroepen om de mensen boodschappen te brengen die zij hem niet in dank zullen afnemen. ‘Jou, mensenkind, heb ik als wachter aangesteld,’ zegt God tegen hem. ‘Als ik tegen een slecht mens zeg dat hij zal sterven, en jij zegt hem niet dat hij een andere weg moet inslaan, dan zal hij weliswaar sterven door zijn eigen schuld, maar jóu zal ik voor zijn dood ter verantwoording roepen.’ – Hij moet het conflict aangaan niet omdat God met die slechte mens een geschilletje heeft, maar hij moet het conflict aangaan om die slechte mens alsnog te behouden voor de gemeenschap. In die zin moet hij ruzie maken uit verantwoordelijkheid.
Op dit moment zijn we met een klein werkgroepje bezig om een podcast te maken over de Regel van Augustinus. We hebben verleden jaar de uitleg van Joost Koopmans opgenomen en nu gaan we stukjes van de uitleg combineren met korte interviews waar mensen vertellen of en wat zij met de Regel kunnen.
Ons evangelie van vandaag, de stappen die je moet doorlopen bij conflicten, heeft Augustinus in zijn Regel gelijk twee keer bijna letterlijk overgenomen. Eenmaal in hoofdstuk 6. Dat begint met ‘Maak geen ruzie, maar als je ruzie hebt, maak er dan zo spoedig mogelijk een eind aan.’ En dan volgen de stappen, precies zoals ze ook in ons evangelie staan.
Maar de andere keer dat hij deze stappen noemt is in hoofdstuk 4 waar de veelzeggende woorden staan: ‘Wanneer u een vrouw ziet…’ En in de vrouwelijke versie staat: ‘Wanneer u een man ziet…’ Vervolgens beschrijft Augustinus uitvoerig hoe je daar als kloosterling mee om moet gaan:
Dus, als je bij je medebroeder / bij je medezuster opmerkt dat er meer aan de hand is, gaat Augustinus verder, ‘waarschuw hem dan terstond, opdat het begonnen kwaad niet erger wordt.’ En vervolgens, ‘ziet men hem naar zo’n waarschuwing toch weer hetzelfde doen, moet u eerst één of twee personen op de hoogte brengen om hem met twee of drie van zijn fout te kunnen overtuigen.’ En weer een stap verder: ‘wil hij niet luisteren, dan moet men eerst de overste erbij betrekken. Luistert hij dan nog niet, dan mag u er anderen bijhalen.’ – Dus precies de stappen uit ons evangelie en de stappen die Ezechiël moet betrachten.
Want, zegt Augustinus, ‘Weet u daarom verantwoordelijk voor elkaars zuiverheid.’ Het gaat niet om jullie onderlinge geschilletjes, het gaat om de hele gemeenschap. ‘Wanneer u een vrouw ziet’, of ‘wanneer u een man ziet’, dan is de medebroeder of de medezuster namelijk op weg om vreemd te gaan, God wordt bedrogen, de kloostergemeenschap wordt beschaamd, en de medebroeder of medezuster is bezig om ook nog eens de eigen roeping te verkwanselen. En dat wil je niet op je geweten hebben. Daarom ben jij medeverantwoordelijk.
Je kan je schouders ophalen, je kan zeggen: hij of zij moet het zelf maar weten. En nogmaals, het kan ook zijn dat het écht beter is als jullie andere wegen gaan, maar doorloop dan eerst de stappen. Zoveel moet je elkaar toch waard zijn, en zoveel moet de gemeenschap jou waard zijn. Probeer de moeilijke situatie juist om te buigen zodat jullie als gemeenschap er uiteindelijk sterker uit voort komen.
Als het goed is draag je sinds ons Augustinusfeest een sleutel met je mee. Een sleutel waarmee je telkens weer de deur opendoet, de deur naar elkaar, en de deur naar de gezamenlijke toekomst van onze gemeenschap. Als je merkt dat iemand moeite heeft en moppert, dat iemand onze gemeenschap naar buiten toe beschaamt, aarzel dan niet, maar steek de sleutel in het slot om de deur weer open te krijgen. We komen uit een moeilijke periode, zowel als Stadsklooster, maar ook als Goede Herder. We hebben uit verantwoordelijkheid ruzie moeten maken. ‘Maak geen ruzie,’ zegt Augustinus, ‘maar als je ruzie hebt … weet u dan verantwoordelijk voor elkaar.’ Laten we daarom nu de situatie ombuigen zodat we niet onze roeping mislopen, maar dat we aan onze roeping juist beter beantwoorden. Laten we elkaar bewaren en laten we als gemeenschap weer sterk staan.
Pak de sleutel op, zet je in. Laten we verantwoordelijkheid nemen, en laten we elkaar behouden.
Ekkehard Muth, 10 september 2023